Gebruik
OPMERKING
Er is een 12V-spanningsbron nodig (bijv. een
tweede vorkheftruck van hetzelfde type).
WAARSCHUWING
Kortsluitingsgevaar als de startkabels in de onjuiste
volgorde worden aangesloten of losgekoppeld!
Als de minklemmen van de batterijen met de minka-
bel zijn verbonden, dan zijn ook beide carrosserieën
geleidend met elkaar verbonden. Als de pluskabel tij-
dens het verder aansluiten een van de twee carros-
serieën raakt, kan er kortsluiting ontstaan.
– Zorg ervoor dat de juiste volgorde wordt aange-
houden als de startkabels worden aangesloten of
losgekoppeld.
– Open de zijbeplating, zie
OPMERKINGZijserviceklep ope-
nenBladzijde, Koppeling deel 331 .
– Laat de motor van de machine die de
stroom levert draaien.
Startkabels aansluiten:
– Verbind de pluskabel (2) met de plusklem
van de ontladen batterij.
– Verbind de pluskabel met de plusklem van
de stroomleverende batterij.
– Verbind de minkabel (1) met de minklem
van de stroomleverende batterij.
– Verbind de minkabel met de minklem van
de ontladen batterij.
LET OP
De startkabels kunnen losraken door trillingen tijdens
het starten van de motor. Er bestaat kortsluitingsge-
vaar!
– Voordat u de motor start, dient u te controleren of
de startkabels goed zijn aangesloten.
– Start de motor; zie
OPMERKINGMotor startenBladzijde,
Koppeling deel 100 .
Startkabels loskoppelen:
– Koppel de minkabel (1) los van de minklem
van de ontladen batterij.
H oofdstuk
⇒
H oofdstuk
⇒
57348011854 NL - 08/2020 - 12
Procedure in noodsituaties
4
295