4
Rijden
De heftruck rijdt in de gekozen richting.
OPMERKING
U kunt ook van rijrichting veranderen terwijl de
machine rijdt. Uw voet kan hierbij op het rijpe-
daal blijven. De machine remt af en accele-
reert weer in de tegengestelde richting (veran-
dert dus van rijrichting).
OPMERKING
Als er een elektrische fout optreedt in de rijpe-
daalsensor, wordt de rijaandrijving uitgescha-
keld. De machine wordt afgeremd door de rem
met energieterugwinning. Zodra de elektrische
storing is verholpen, kan er weer met de ma-
chine worden gereden door het gaspedaal los
te laten en daarna weer in te trappen. Als er
nog steeds niet met de machine kan worden
gereden, parkeer de machine dan beveiligd en
neem contact op met uw geautoriseerde servi-
cecentrum.
Optrekken, tweepedalensysteem
(variant)
GEVAAR
Levensgevaar wanneer de machine wegrolt of kan-
telt!
– Ga op de bestuurdersstoel zitten.
– Doe de veiligheidsgordel om.
– Activeer de aanwezige veiligheidssystemen.
Volg de informatie op in het hoofdstuk Veilig-
heidsvoorschriften voor het rijden.
De bestuurdersstoel is voorzien van een stoel-
schakelaar die controleert of de bestuurder op
de bestuurdersstoel zit. Er kan niet met de
machine worden gereden als er niemand op
de bestuurdersstoel zit of als de stoelschake-
laar niet werkt. Alle heffuncties zijn geblok-
keerd. De melding
SEAT SWITCH
schakelaar) verschijnt op het display- en be-
dieningspaneel.
– Hef het vorkenbord tot er voldoende bo-
demvrijheid is.
– Neig de hefmast naar achteren.
132
(Stoel-
57348011854 NL - 08/2020 - 12
Gebruik