Veiligheidsinformatie
DMU33622
Buitenboordmotorveiligheid
Neem deze voorzorgsmaatregelen te allen tij-
de in acht.
DMU36500
Propeller
Personen kunnen gewond raken of gedood
worden wanneer ze in contact komen met de
propeller. De propeller kan blijven bewegen
wanneer de motor in neutraal staat, en de
scherpe randen van de propeller kunnen ook
snijwonden veroorzaken terwijl de propeller
stilstaat.
Schakel de motor uit wanneer er zich een
G
persoon vlakbij de boot in het water bevindt.
Houd mensen uit de buurt van de propeller,
G
zelfs wanneer de motor niet draait.
DMU33630
Draaiende onderdelen
Handen, voeten, haar, juwelen, kledingstuk-
ken, zwemvestriempjes enz. kunnen worden
gegrepen door de inwendige draaiende on-
derdelen van de motor, met ernstige verwon-
dingen of de dood tot gevolg.
Verwijder de motorkap nooit als het niet echt
nodig is. Verwijder of installeer de motorkap
nooit terwijl de motor draait.
Laat de motor uitsluitend zonder motorkap
draaien met inachtneming van de specifieke
instructies in de handleiding. Houd uw han-
den, voeten, haar, juwelen, kledingstukken,
zwemvestriempjes enz. uit de buurt van even-
tuele blootliggende bewegende onderdelen.
DMU33640
Hete onderdelen
Tijdens en na de werking zijn bepaalde motor-
onderdelen heet genoeg om brandwonden te
veroorzaken. Vermijd iedere aanraking met
onderdelen onder de motorkap tot de motor is
afgekoeld.
1
DMU33650
Elektrische schokken
Raak geen elektrische onderdelen aan bij het
starten van de motor of terwijl de motor draait.
Ze kunnen schokken of elektrocutie veroorza-
ken.
DMU33660
Trim- en kantelbekrachtiging
Er kunnen lichaamsdelen worden verpletterd
tussen de motor en de klembeugel wanneer
de motor wordt getrimd of gekanteld. Houd li-
chaamsdelen te allen tijde uit deze zone. Ver-
gewis u ervan dat er zich niemand in deze
zone bevindt alvorens het trim- en kantelbe-
krachtigingsmechanisme te laten werken.
De trim- en kantelbekrachtigingsschakelaars
werken ook wanneer de hoofdschakelaar op
uit staat. Houd mensen uit de buurt van de
schakelaars tijdens werkzaamheden rondom
de motor.
Kom nooit onder het staartstuk als het gekan-
teld is, zelfs niet als de kantelsteunhendel ver-
grendeld is. Als de buitenboordmotor per
ongeluk valt, kunt u ernstig gewond raken.
DMU33671
Motorstopschakelaarkoord
Bevestig de motorstopschakelaarkoord zo
dat de motor stopt wanneer de gebruiker
overboord valt of de stuurhendel verlaat. Dat
om te voorkomen dat de boot stuurloos verder
vaart en mensen achterlaat, of over mensen
of voorwerpen vaart.
Bevestig de motorstopschakelaarkoord tij-
dens het gebruik van de motor altijd op een
veilige plaats aan uw kleding, of aan uw arm
of been. Maak ze niet los om de stuurhendel
te verlaten terwijl de boot vaart. Bevestig de
koord niet aan een kledingstuk dat los zou
kunnen scheuren, en leid de koord niet langs
punten waar ze verstrikt kan raken, zodat ze
haar functie niet langer vervult.