Onderhoud
mantels stromen. Draai de kraan dicht en
koppel de tuinslang los van het tuinslang-
koppelstuk.
4.
Herinstalleer het tuinslangaansluitstuk op
het hulpstuk op de onderbak. Draai het
koppelstuk stevig aan. OPGELET: Laat
bij normaal gebruik het tuinslangkop-
pelstuk niet los op de onderbakfitting
liggen en laat de tuinslag niet los han-
gen. Het water zal uit de aansluiting lo-
pen in plaats van de motor te koelen,
wat voor ernstige oververhitting kan
zorgen. Zorg ervoor dat het koppel-
stuk stevig wordt aangedraaid op de
fitting na het doorspoelen van de mo-
tor.
[DCM00541]
NOTA:
Als u de motor spoelt terwijl de boot zich in
G
het water bevindt, is het beter om de buiten-
boordmotor zo te kantelen dat hij volledig
uit het water is getild.
Voor instructies betreffende het spoelen
G
van het koelsysteem, zie pagina 59.
DMU28450
Reiniging van de buitenboordmotor
Was na gebruik de buitenkant van de buiten-
boordmotor met zoet water. Spoel het koel-
systeem met zoet water.
NOTA:
Voor instructies voor het spoelen van het
koelsysteem, zie pagina 59.
63
DMU28460
Controle van het geverfde oppervlak
van de motor
Controleer de motor op krassen, inkepingen
en afbladderende verf. Plaatsen waar de verf
beschadigd is zijn vatbaarder voor roest. Rei-
nig en verf die plaatsen indien nodig. Retou-
cheerverf is verkrijgbaar bij uw Yamaha-
dealer.
DMU2847B
Periodiek onderhoud
DWM01871
WAARSCHUWING
Deze procedures vereisen technische vak-
kennis, gereedschap en benodigdheden.
Als u niet over de vereiste vakkennis,
werktuigen of benodigdheden beschikt
om een onderhoudsprocedure uit te voe-
ren, laat het werk dan uitvoeren door een
Yamaha-dealer of een andere gekwalifi-
ceerde technicus.
De procedures omvatten het uit elkaar ne-
men van de motor en het blootleggen van
gevaarlijke onderdelen. Om het risico van
verwonding door bewegende, hete of elek-
trische onderdelen te verkleinen:
Schakel de motor uit en houd de sleu-
G
tel(s) en de motorstopschakelaarkoord
bij u terwijl u onderhoud uitvoert, tenzij
anders aangegeven.
De trim- en kantelbekrachtigingsscha-
G
kelaars werken ook wanneer de contact-
sleutel op uit staat. Houd mensen uit de
buurt van de schakelaars tijdens werk-
zaamheden rondom de motor. Wanneer
de motor is gekanteld, begeef u dan niet
in de zone onder de motor of tussen de
motor en de klembeugel. Vergewis u er-
van dat er zich niemand in deze zone be-
vindt
alvorens
kantelbekrachtigingsmechanisme te la-
ten werken.
het
trim-
en