Werking
4.
Schroef de peilstok in de motor en verwij-
der hem vervolgens opnieuw. Zorg er-
voor dat u de peilstok volledig in de
peilstokgeleiding steekt, anders zal de
oliepeilmeting niet correct zijn.
5.
Controleer het oliepeil met behulp van de
oliepeilstok om na te gaan of het peil zich
tussen de bovenste peilmarkering " " en
de onderste peilmarkering " " bevindt.
Raadpleeg uw Yamaha-dealer wanneer
het oliepeil buiten het gespecificeerde
bereik valt of wanneer de olie er melkach-
tig of vuil uitziet.
1. Oliepeilstok
2. Merkteken laagste peil " "
3. Merkteken hoogste peil " "
DMU27151
Motor
Controleer de motor en ga na of hij goed
G
gemonteerd werd.
Controleer op losse of beschadigde beves-
G
tigingsmiddelen.
Controleer de propeller op beschadigingen.
G
Controleer op olielekken.
G
DMU36490
Doorspoelplug
Ga na of het tuinslangkoppelstuk van de door-
spoelplug stevig op het hulpstuk op de onder-
kap is geschroefd. OPGELET: Wanneer de
doorspoelplug niet correct werd aangeslo-
45
ten, kan er koelwater weglopen waardoor
de motor oververhit kan raken tijdens het
varen.
[DCM01800]
1
1. Fitting
2. Doorspoelplug
DMU36940
Motorkap installeren
1.
Vergewis u ervan dat alle drie de motor-
kapvergrendelhendels ontgrendeld zijn.
2.
Vergewis u ervan dat de rubberen dich-
ting overal correct zit.
3.
Plaats de kap op de dichting.
4.
Vergewis u ervan dat ze mooi aansluit op
de rubberen dichting.
5.
Beweeg de hendels zoals getoond om de
motorkap te vergrendelen. OPGELET:
Als de motorkap niet correct wordt
geïnstalleerd, kan er water onder de
kap terechtkomen en de motor be-
schadigen, of kan de motorkap weg-
vliegen bij hoge snelheden.
2
ZMU06164
[DCM01990]