Controleer na de motorkap te hebben aange-
bracht of ze goed op haar plaats zit door er
met twee handen op te duwen. Als de motor-
kap los zit, dient u ze te laten herstellen door
uw Yamaha-dealer.
DMU29158
Controleren van het trim- en kantelbe-
krachtigingssysteem
DWM01930
WAARSCHUWING
Kom nooit onder het staartstuk als het
G
gekanteld is, zelfs niet als de kantel-
steunhendel vergrendeld is. Als de bui-
tenboordmotor per ongeluk valt, kunt u
ernstig gewond raken.
Er kunnen lichaamsdelen worden ver-
G
pletterd tussen de motor en de klembeu-
gel wanneer de motor wordt getrimd of
gekanteld.
Ga na of er zich niemand in de buurt van
G
de buitenboordmotor bevindt alvorens
deze controle uit te voeren.
1.
Controleer de trim- en kantelbekrachti-
gingseenheid op tekenen van olielekken.
2.
Probeer alle trim- en kantelbekrachti-
gingsschakelaars op de afstandsbedie-
ning en op de onderbak van de motor uit
om na te gaan of al de schakelaars wer-
ZMU06131
ken.
3.
Kantel de buitenboordmotor naar om-
hoog en controleer of de kantelstang en
de trimstangen volledig uitgetrokken zijn.
ZMU06133
1. Kantelstang
2. Trimstangen
4.
Gebruik de kantelsteunhendel om de mo-
tor in de opwaartse stand te vergrende-
len. Activeer de neerkantelschakelaar
eventjes om ervoor te zorgen dat de mo-
tor wordt ondersteund door de kantel-
steunhendel.
Werking
46