2.
Zoek de toegangspunten.
Druk op de knop B [+(YES)] om naar toegangspunten te zoeken.
De toegangspunten worden weergegeven op het scherm.
A
C
Toegangspunt(en)
A
C
Sleutelpictogram
3.
Selecteer het toegangspunt.
3-1
Gebruik de knoppen C [–][+] om het gewenste
toegangspunt weer te geven.
3-2
Druk op de knop B [+ (YES)] om het toegangspunt te
selecteren.
Geen sleutelpictogram
Omdat uw toegangspunt geen gecodeerde instelling heeft, hoeft u geen instelling te
configureren voor de WEP-sleutel. Ga verder naar 'De instellingen opslaan en de
verbinding controleren' op pagina 57. Als u het toegangspunt wilt coderen, wijzigt u
dit in de instellingen op het toegangspunt.
Met sleutelpictogram ' '
De display voor het invoeren van de WEP-sleutel wordt opgeroepen in stap 4.
4.
Voer de WEP-sleutel in.
4-1
Druk op de knop B [+ (YES)] om het scherm WEP Key Input
weer te geven.
Het scherm WEP Key Input
A
C
IDC (Internet Direct Connection, rechstreekse internetverbinding)
Wireless
Execute?-->
NetworkSearch
Wireless
Select?-->
:abcdefghijk(C01)
:abcdefghijk(C01)
Channel
SSID
Wireless
Input?-->
WEPkey:
Als er geen signaal wordt
ontvangen van het toegangspunt,
kan het toegangspunt niet worden
weergegeven.
B
NO
YES
D
B
NO
YES
D
Als de naam van het toegangspunt
langer is dan wat op de display kan
worden weergegeven, kunt u op de
knop D [+] drukken om in stappen
van een letterteken naar rechts te
gaan. Druk op de knop D [–] om in
stappen van een letterteken naar
links te gaan.
B
NO
YES
D
CLP-380 Gebruikershandleiding
TIP
TIP
55