Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bevestiging Van Het Mobiliteitshulpmiddel In Een Voertuig Voor Gebruik Als Voertuigstoel - Invacare FDX Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Invacare® FDX®
Risico op beschadiging van de hoofdsteun
als een Modulite-zitting wordt gebruikt en
het mobiliteitshulpmiddel met het Docking
Station-systeem wordt vastgezet.
Als u het mobiliteitshulpmiddel met het Docking
Station-systeem vastzet, een Modulite-zitting
gebruikt en de hoofdsteun zich niet in de laagste
positie bevindt, kan de hoofdsteun losraken
tijdens een ongeluk.
– Stel de hoogte van de hoofdsteun altijd in op
de laagste positie. Raadpleeg 4.10.2 Hoogte
van de hoofd- of neksteun aanpassen, pagina
46.
– Vervolgens moet de hoofdsteun worden
aangepast aan de hoogte van de oren van de
gebruiker. Raadpleeg 4.10.1 Positie van de
hoofd- of neksteun aanpassen, pagina 46.
Om het mobiliteitshulpmiddel als voertuigstoel
te gebruiken, moet het worden uitgerust met
bevestigingspunten om het mobiliteitshulpmiddel
in het voertuig te kunnen verankeren. Deze
accessoires zijn in sommige landen (bijvoorbeeld in
het VK) onderdeel van de standaardlevering van het
mobiliteitshulpmiddel, maar kunnen ook in andere
landen via Invacare worden aangeschaft.
Het mobiliteitshulpmiddel voldoet aan de vereisten van
ISO 7176-19 en mag als voertuigstoel worden gebruikt
in combinatie met een verankeringssysteem dat is
gecontroleerd en goedgekeurd in overeenstemming met ISO
10542. Het transportvoertuig moet professioneel worden
aangepast voor verankering van het mobiliteitshulpmiddel.
94
Neem contact op met de fabrikant van uw voertuig voor
meer informatie.
Het mobiliteitshulpmiddel heeft een crashtest ondergaan
waarin het was verankerd in de rijrichting van het
transportvoertuig. Andere configuraties zijn niet getest.
De crashtestdummy was bevestigd met veiligheidsgordels
voor bekken en bovenlichaam. Beide veiligheidsgordeltypen
dienen te worden gebruikt om de kans op hoofd- of
bovenlichaamletsel te minimaliseren.
Het is noodzakelijk dat het mobiliteitshulpmiddel na een
ongeval wordt gecontroleerd door een erkende leverancier,
alvorens het opnieuw te gebruiken. Aanpassingen van
de verankeringspunten van het mobiliteitshulpmiddel
mogen niet worden uitgevoerd zonder toestemming van
de fabrikant.
8.3.1 Bevestiging van het mobiliteitshulpmiddel in een
voertuig voor gebruik als voertuigstoel
Het mobiliteitshulpmiddel is voorzien van
vier bevestigingspunten. Karabijnhaken of
riemlussen kunnen worden gebruikt voor
de bevestiging. Als de rolstoel kan worden
gebruikt als een voertuigstoel, hebben deze
bevestigingspunten labels met het symbool
dat hiernaast wordt weergegeven.
1540311-L

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave