7 Controls-systeem
7.1 Beveiligingssysteem van
besturingselementen
Het bedieningssysteem van de rolstoel is voorzien van een
overbelastingsbeveiliging.
Als de aandrijving ernstig wordt overbelast gedurende een
langere periode (bijvoorbeeld als u een steile helling oprijdt),
en vooral bij een hoge omgevingstemperatuur, kan het
bedieningssysteem oververhit raken. In dat geval nemen
de prestaties van de rolstoel geleidelijk af totdat deze
volledig stil komt te staan. De status geeft de bijbehorende
foutcode weer (raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw
bedieningskast). Door de stroomvoorziening uit en weer
aan te zetten, wordt de foutcode gewist en wordt het
bedieningssysteem weer ingeschakeld. Het kan echter
maximaal vijf minuten duren voordat het bedieningssysteem
voldoende is afgekoeld om de rolstoel weer optimaal te
laten werken.
Als de aandrijving wordt opgehouden door een
onoverkomelijk obstakel, bijvoorbeeld, een stoep of iets
vergelijkbaars die te hoog is, en de gebruiker probeert
langer dan 20 seconden dit obstakel op te rijden, wordt
het bedieningssysteem automatisch uitgeschakeld om te
voorkomen dat de motor beschadigd raakt. De status
geeft de bijbehorende foutcode weer (raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van uw bedieningskast). Door de rolstoel
uit en weer aan te zetten, wordt de foutcode gewist en
wordt het bedieningssysteem weer ingeschakeld.
1540311-L
Een defecte hoofdzekering mag alleen worden
vervangen na controle van het gehele
bedieningssysteem. Een gespecialiseerde
Invacare-leverancier moet de vervanging uitvoeren.
Ga voor informatie over het zekeringtype naar 11
Technische Specificaties, pagina 106 .
7.2 Accu's
Het mobiliteitshulpmiddel wordt gevoed door twee 12 V
accu's. De accu's zijn onderhoudsvrij en hoeven alleen
regelmatig te worden opgeladen.
De volgende tekst bevat informatie over het opladen,
behandelen, transporteren, opslaan, onderhouden en het
gebruik van accu's.
7.2.1 Algemene informatie over opladen
Nieuwe accu's moeten voor het eerste gebruik altijd
eenmaal volledig worden opgeladen. Nieuwe accu's hebben
niet eerder hun volledige capaciteit dan nadat ze ca. 10
- 20 laadcycli hebben doorlopen (inloopperiode). Het in
acht nemen van deze inloopperiode is nodig om de accu
volledig te activeren voor een maximaal prestatieniveau en
een maximale gebruiksduur. Zo kan het zijn dat het bereik
en de levensduur van uw mobiliteitshulpmiddel aanvankelijk
toenemen naarmate u het vaker gebruikt.
Gel- of AGM-accu's met loodzuur hebben geen
geheugeneffect zoals NiCd-accu's.
7.2.2 Algemene instructies voor opladen
Volg de onderstaande instructies voor een veilig en langdurig
gebruik van de accu's:
Controls-systeem
85