Invacare® FDX®
5.
Stel de breedte van de armleuning in.
De mogelijke posities van de armleuning worden door
de boorgaten in de momentsteun en de as van de
armleuning aangegeven.
6. Breng de borgpen weer aan.
7. Draai de bout weer vast.
8. Herhaal de procedure voor de andere armleuning.
9.
Breng de rugleuningafdekking (2) weer aan. Let daarbij
op de correcte plaats van de uitsparingen aan de
zijkanten.
10. Draai de bouten aan beide zijden van de
rugleuningafdekking (1) weer vast.
Op de afbeelding zijn alleen de bouten aan de linkerzijde
zichtbaar.
4.4.4 Beweeglijkheid van de meebewegende armleuning
instellen
De beweeglijkheid van de meebewegende armleuningen kan
lichter of zwaarder worden ingesteld.
32
Voorwaarden:
•
Inbussleutel 5 mm
1. Om de armleuning gemakkelijker te kunnen bewegen,
draait u de bout van de stelring (1) met de inbussleutel
losser.
2. Om de armleuning zwaarder te laten bewegen, draait u
de bout van de stelring (1) met de inbussleutel vaster.
4.4.5 Positie van het armvlak van de meebewegende
armleuning instellen
Voorwaarden:
•
Inbussleutel 5 mm
1540311-L