Invacare® FDX®
1. Draai aan beide zijden de onderste schroeven los van
de rugleuningsondersteuning A.
Verwijder deze schroeven niet!
2. Zet de rugleuning tot in de gewenste zitdiepte.
U hoeft de zitdiepte niet stapsgewijs aan te passen.
Gebruik hiervoor de schaal B op de zitting als richtlijn.
Zorg ervoor dat u beide zijden op dezelfde zitdiepte
instelt.
3. Draai de schroeven weer vast.
40
4.8 De zithoek instellen
LET OP!
Het aanpassen van de zit- of rughoek wijzigt
de geometrie van het mobiliteitshulpmiddel
en heeft onmiddellijk effect op de dynamische
stabiliteit!
– Raadpleeg voor details over de dynamische
stabiliteit, maximale hellingshoeken en
obstakels en de correcte aanpassing van zit- of
rughoek 6.3 Over hindernissen rijden, pagina
80 en 6.4 Hellingen op- en afrijden, pagina 82.
4.8.1 Elektrisch
Informatie over de elektrische verstelling vindt u in de
gebruiksaanwijzing van uw rijpaneel.
Informatie over modellen met elektrische
zithoekaanpasser
– Als uw rolstoel is voorzien van een elektrische
zithoekaanpasser, is er ook een microschakelaar
die de snelheid automatisch verlaagt zodra de
zithoek groter wordt dan ongeveer 15°. Om de
snelheid weer te verhogen, stelt u de zithoek
bij tot deze bijna verticaal is.
4.8.2 Handmatig
De zithoek kan handmatig op 0°, 4° of 8° worden ingesteld.
De standaardinstelling is 4°.
Het verstellen van de zithoek gebeurt met behulp van vier
gaatjesstrips die zich onder het zittingframe bevinden.
1540311-L