4 Installatie
A
Afbeelding 12: Elektrische aansluiting en aanhaalkoppels
Sleutel [mm]
Aanhaalkoppel
[Nm] / [lbf·in]
Motor zonder automatische terugstellende thermische overbelastingsbescherming
1. Als de motor wordt gebruikt op volle belasting, stel dan de waarde in op de nominale
stroomsterkte op het gegevensplaatje van de pompunit.
2. Als de motor wordt gebruikt op gedeeltelijke belasting, stel dan de waarde in op de
bedrijfsstroomsterkte die gemeten is met een stroomtang.
3. Stel voor driefase motoren met een sterdriehoekstartsysteem het thermisch relais
stroomafwaarts van het schakelcircuit in op 58% van de nominale stroom of
bedrijfsstroom.
4.4.5 Werking met frequentieregelaar
De driefase motoren kunnen aangesloten worden op een frequentieregelaar voor
regeling van de snelheid.
• De frequentieregelaar stelt de isolatie van de motor bloot aan een grotere belasting
die bepaald wordt door de lengte van de aansluitkabel: neem de vereisten van de
fabrikant van de frequentieregelaar in acht.
• Installeer voor toepassingen die een stille werking vereisen, een uitlaatfilter tussen de
motor en de frequentieregelaar. Een sinusvormig filter kan het lawaai zelfs nog meer
verminderen.
• De lagers van de motoren met een grootte van 315 S/M en groter zijn blootgesteld
aan het risico op schadelijke stroom. Gebruik lagers die elektrisch geïsoleerd zijn.
• De condities van de installatie moeten bescherming garanderen tegen
spanningspieken tussen de klemmen en/of dV/dt in de tabel:
Motorgrootte
tot 90 R (500 V)
van 90 R tot 180 R
Meer dan 180 R
Gebruik anders een motor met verstevigde isolatie
6
Op aanvraag verkrijgbaar
22
1~
B
M4
M5
1,2 / 11
2,5 / 22
Spanningspiek [V]
> 650
> 1400
> 1600
e-HM serie Installatie-, bedienings- en onderhoudshandleiding
3~
A
A
M6
M8
4,0 / 35
8,0 / 71
dV/dt [V/µs]
> 2200
> 4600
> 5200
6
en een sinusvormig filter.
B
B
M10
-
15,0 / 133
1,2 / 11