SecurView DX/RT-werkstation 11.1 Gebruikershandleiding
Hoofdstuk 5: Met tomosynthese-beelden werken
U kunt de weergavevolgorde van conventionele mammografie (inclusief CE2D laag
energetische beelden), gesynthetiseerde 2D-beelden en CE2D subtractiebeelden
configureren via de configuratie Hangende protocollen (zie
en wijzigen
U kunt de weergavevolgorde van meerdere reconstructies aan de hand van een
gebruikersvoorkeur configureren. De eerste plak of plaat die moet worden gebruikt voor
het weergeven van tomosynthese-reconstructies of de eerste plak die wordt gebruikt
voor het weergeven van projectiebeelden, kan eveneens middels een gebruikersvoorkeur
worden geconfigureerd. Zie
5.2.2
Tomosynthese-plakken of -platen bekijken
Gebruik de schuifregelaar om gereconstrueerde plakken of platen te bekijken of om de
plaatdikte te wijzigen. Gebruik de muis of het toetsenblokwiel om de plakken of platen te
doorlopen.
Het bekijken van tomosynthese-plakken of -platen gaat als volgt:
Selecteer Reconstructie (één van de navigatieknoppen voor tomosynthese) om
gereconstrueerde plakken of platen weer te geven. Er verschijnt een verticale
Reconstructie
schuifregelaar.
De oriëntatie-indicatoren aan de boven- en onderkant van de liniaal zijn afhankelijk van
de huidige kijkrichting (ML, MLO, LM, LMO, CC, SIO, ISO, XCCL, XCCM, FB) van het
beeld. 'H' staat voor hoofd, 'V' voor voet, 'M' voor mediaal en 'L' voor lateraal.
Verplaats de schuifregelaar desgewenst naar een andere weergavepositie door de
liniaal aan te wijzen en de tool te verslepen.
Pagina 106
op pagina 135).
Voorkeuren voor beeldpresentatie
Figuur 74: Schuifregelaar
Hangende protocollen aanmaken
op pagina 124.
Figuurlegenda
1. Oriëntatie-indicator
(H, V, L, M)
2. Schuifknop
3. Balk plaatdikte
4. Indicator plaatdikte (alleen
bij weergave van platen)
5. Huidige plak, SmartSlice of
Plaat; Totaal aantal plakken,
SmartSlices of Platen;
Diepte van de huidige plak,
SmartSlice of Plaat in de
borst ten opzichte van de
eerste van de reeks
MAN-08908-1502 Revisie 002