1. Meet hier de afstand van
het mes tot het harde
oppervlak
2. Meet het rechtermes bij punt B. Meet de afstand
tussen een horizontaal oppervlak en de snijrand van
het maaimes (Figuur 80).
3. Noteer deze afstand. Deze afstand moet ongeveer
79 tot 83 mm bedragen.
4. Zet het linker maaimes horizontaal (Figuur 80).
5. Meet het linker mes bij punt C (Figuur 80). Meet
de afstand tussen een horizontaal oppervlak en de
snijrand van het maaimes.
6. Noteer deze afstand. Deze afstand moet ongeveer
79 tot 83 mm bedragen.
7. Als de afstanden bij punten B of C niet correct zijn,
maakt u de bout los waarmee de achterste ketting is
bevestigd aan de achterste steunarm (Figuur 81).
1. Achterste ketting
2. Achterste steunarm
3. Bout
4. Contramoer
Figuur 80
2. Meten bij B en C
Figuur 81
5. Stelbout
6. Voorste wartel
7. Voorste steunarm
8. Maak de contramoer onder de achterste steunarm los
en draai aan de stelbout totdat de afstand 79–83 mm
bedraagt (Figuur 81).
Opmerking: Het verdient aanbeveling dat de
afstand aan beide kanten van het maaidek hetzelfde
is.
9. Draai de contramoer onder de achterste steunarm
vast alsmede de bout waarmee de ketting is bevestigd
aan de achterste steunarm.
10. Stel de andere kant af indien dit nodig is.
Schuinstand van het maaidek instellen
1. Zet het rechter maaimes in de schuinstand
(Figuur 82).
2. Meet het rechter mes bij punt A. Meet de afstand
tussen een horizontaal oppervlak en de snijrand van
het maaimes (Figuur 82).
1. Meet hier de afstand van
het mes tot het harde
oppervlak
3. Noteer deze afstand.
4. Meet het rechtermes bij punt B. Meet de afstand
tussen een horizontaal oppervlak en de snijrand van
het maaimes (Figuur 82).
5. Noteer deze afstand.
6. Het maaimes moet 6 tot 10 mm lager staan bij punt
A dan bij punt B (Figuur 82). Indien dit niet het
geval is, gaat u als volgt te werk.
Opmerking: Beide voorste wartels moeten in
dezelfde mate worden afgesteld ten behoeve van een
gelijkmatige kettingspanning.
7. Draai de contramoeren op de voorkant van de
rechter- en linkerwartel ongeveer 13 mm (Figuur 81)
los.
60
Figuur 82
2. Meten bij A en B