De rugleuning verstellen
De rugleuning kan worden versteld zodat u kunt rijden
in een comfortabele stand. Zet de rugleuning in een
stand die voor u het meest comfortabel is.
Om de rugleuning te verstellen, draait u de knop onder
de rechter armsteun in een van beide richtingen om de
meest comfortabele stand te verkrijgen (Figuur 29).
Figuur 29
1. Knop van rugleuning
Bestuurdersstoel
ontgrendelen
1. Beweeg de stoel zo ver mogelijk naar achteren.
Dit is het makkelijkst als de stoel omhoog wordt
gebracht.
2. Duw de stoelvergrendeling naar achteren om de
stoel te ontgrendelen.
3. Zet de stoel omhoog. Hierdoor kunt u bij het deel
van de machine onder de stoel komen (Figuur 30).
Figuur 30
1. Stoelvergrendeling
2. Brandstoftankdop
g012487
2. Rechter armsteun
3. Stoel
Machine met de hand duwen
Belangrijk: U moet de machine altijd met de
hand duwen. Slepen van de machine kan schade
aan het hydraulische systeem veroorzaken.
De machine duwen
1. Schakel de aftakas uit en draai het contactsleuteltje
op UIT. Zet de hendels in de vergrendelde
neutraalstand en stel de parkeerrem in werking.
Verwijder het sleuteltje.
2. Draai de omloopkleppen één slag naar links om de
machine te duwen. Hierdoor kan de hydraulische
vloeistof langs de pomp worden geleid zodat de
wielen kunnen draaien (Figuur 31.
Belangrijk: Draai de omloopkleppen niet meer
dan één slag. Dit voorkomt dat de kleppen uit
de behuizing vallen en de vloeistof naar buiten
stroomt.
3. Zet de parkeerrem vrij voordat u de machine gaat
duwen.
Machine in bedrijf stellen
Draai de omloopkleppen een slag naar rechts om de
machine in bedrijf te stellen (Figuur 31).
Opmerking: Draai de omloopkleppen niet te vast.
De machine zal niet rijden als de omloopkleppen niet
zijn ingedraaid.
1. Zijkant bedieningspaneel
2. Omloopklep
29
Figuur 31
3. Hydraulische pompen