• Her deel biodiesel van de brandstof moet voldoen
aan de specificatie ASTM D6751 of EN 14214.
• Het dieselmengsel moet beantwoorden aan
ASTM D975 of EN 590.
• Gelakte oppervlakken kunnen worden beschadigd
door biodiesel.
• Gebruik B5 (biodieselinhoud 5%) of mengsels met
een lager percentage in koud water.
• Controleer afdichtingen, slangen en pakkingen, die
in contact met brandstof komen, omdat zij in de
loop der tijd hierdoor kunnen worden aangetast.
• De kans bestaat dat een brandstoffilter na verloop
van tijd verstopt raakt, nadat u bent overgestapt op
een biodieselmengsel.
• Neem contact op met uw leverancier als u
informatie over biodiesel wenst.
Brandstoftank vullen
Opmerking: Vul de brandstoftank niet helemaal. Vul
de tank tot aan de onderkant van de vulbuis. Dit geeft
de benzine ruimte om uit te zetten.
1. Zet de motor af en stel de parkeerrem in werking.
2. Omgeving van beide brandstoftankdoppen
reinigen en doppen afnemen. Vul de tank tot
aan de onderkant van de vulbuis. Dit geeft de
brandstof in de tank ruimte om uit te zetten. Vul de
brandstoftank niet helemaal.
3. Draai de tankdop stevig vast. Neem gemorste
brandstof op.
4. Vul de brandstoftank na elk gebruik indien dit
mogelijk is. Dit beperkt mogelijke condensvorming
in de brandstoftank tot een minimum.
Motoroliepeil controleren
Voordat u de motor start en de machine in gebruik
neemt, moet u het oliepeil in het carter van de
motor controleren; zie Motoroliepeil controleren in
Onderhoud motor (bladz. 37).
Brandstoftanks wisselen
Belangrijk: Laat de machine nooit lopen totdat
er geen brandstof meer in de tank zit. Hierdoor
kan de motor schade oplopen, hetgeen ertoe kan
leiden dat het brandstofsysteem moet worden
gecontroleerd.
De brandstofafsluitklep bevindt zich achter de
linkerkant van de stoel.
De machine heeft twee brandstoftanks. Een
tank bevindt zich op de linkerkant en een tank
op de rechterkant. Elke tank is aangesloten op
de brandstofafsluitklep. Hiervandaan loopt een
gemeenschappelijke brandstofslang naar de motor
(Figuur 7).
Om de linker brandstoftank te gebruiken, moet u
de brandstofafsluitklep op LH (links) draaien. Om
de rechter brandstoftank te gebruiken, moet u de
brandstofafsluitklep op RH (rechts) draaien (Figuur 7).
Sluit de brandstofafsluitklep voordat u de machine
transporteert of stalt.
1. Linker brandstoftank
De omkantelbeveiliging
(rolbeugel) gebruiken
WAARSCHUWING
Om lichamelijk of dodelijk letsel te voorkomen als
de machine omkantelt: houd de rolbeugel in de
omhoog geklapte en vergrendelde stand en doe
de veiligheidsgordel om.
Controleer of het achterste deel van de stoel is
vastgezet met de stoelvergrendeling.
19
Figuur 7
2. Brandstofafsluitklep