4.
Modellen uitgerust met trimstangen: zo-
dra de buitenboordmotor wordt onder-
steund met de kantelsteunhendel, drukt
u op de trim- en kantelbekrachtigings-
schakelaar "
stangen in te trekken. OPGELET: Zorg
ervoor dat de trimstangen volledig in-
getrokken zijn bij het aanmeren. Op
die manier zijn de stangen beschermd
tegen aangroeiing en corrosie, die het
trim- en kantelbekrachtigingsmecha-
nisme zouden kunnen beschadigen.
[DCM00252]
DMU34480
Procedure voor het naar beneden
kantelen (modellen met hydraulisch
kantelmechanisme)
1.
Ontgrendel de kantelvergrendelhendel.
2.
Houd de achterkant van de motorkap
vast met één hand, kantel de buiten-
boordmotor lichtjes omhoog en trek de
kantelsteunknop uit of zet de kantel-
steunstang weer op haar plaats.
" (omlaag) om de trim-
3.
Kantel de buitenboordmotor voorzichtig
omlaag.
4.
Zet de kantelvergrendelhendel in de ver-
grendelstand.
DMU33121
Procedure voor omlaag kantelen (mo-
dellen met trim- en kantelbekrachti-
ging)
1.
Duw tegen de trim- en kantelbekrachti-
gingsschakelaar "
buitenboordmotor wordt ondersteund
door de kantelstang en de kantelsteun-
hendel vrijkomt.
2.
Ontgrendel de kantelsteunhendel.
Werking
" (omhoog) tot de
68