Werking
4.
Draai de hoofdschakelaar in de stand
"
" (aan).
5.
Draai de hoofdschakelaar in de stand
"
" (start).
6.
Zodra de motor gestart is, laat u de
hoofdschakelaar los zodat hij terugkeert
in de stand "
de hoofdschakelaar nooit op "
(start) terwijl de motor draait. Laat de
startmotor nooit langer dan 5 secon-
den draaien. Als de startmotor langer
dan 5 seconden blijft draaien, zal de
accu vlug leeg zijn, waardoor het on-
mogelijk wordt om de motor te star-
ten. Bovendien kan de starter worden
beschadigd. Als de motor na 5 secon-
den aanzwengelen niet start, zet de
hoofdschakelaar dan op "
wacht 10 seconden en zwengel de
motor opnieuw aan.
57
" (aan). OPGELET: Zet
" (aan),
[DCM00192]
NOTA:
●
Wanneer de motor koud is, moet hij eerst
warmdraaien. Voor meer informatie, zie
pagina 58.
●
Als de motor warm is en niet wil starten, zet
u de gashendel lichtjes open en probeert u
de motor opnieuw te starten. Als de motor
nog steeds niet wil starten, zie pagina
93.
DMU36510
Controles na het starten van de
DMU36523
Koelwater
Ga na of er een constante waterstraal uit de
koelwatercontroleopening komt. Een con-
stante waterstraal uit de controleopening
wijst erop dat de waterpomp water door de
koelwatermantels pompt. Als de koelwater-
mantels bevroren zijn, kan het een tijdje du-
ren alvorens er water uit de controleopening
begint te stromen.
DCM01810
Als er geen water uit de controleopening
komt terwijl de motor draait, kan dat lei-
den tot oververhitting en ernstige bescha-
"
diging van de motor. Zet de motor af en
controleer of de koelwaterinlaat in het
huis van het staartstuk of de koelwater-
controleopening geblokkeerd zijn. Raad-
pleeg uw Yamaha-dealer als u het pro-
bleem niet kunt lokaliseren en oplossen.
motor