Eerste Uitgave - Tweede Herdruk
verbonden, en zijn zodanig ontworpen dat de extensie
van de grotere (die het tussendeel van de arm beweegt)
dezelfde extensie als de kleinere cilinder (die de
binnenkant van de arm beweegt) produceert.
De articulatiekoppeling, boven het interne deel van de
arm, is voorzien van een draaikoppeling die gemakkelijk
aan verschillende werktuigen gekoppeld kan worden
en die door een andere specifieke cilinder geactiveerd
kan worden.
De verschillende voor deze machine beschikbare
toebehoren kunnen gemakkelijk vervangen worden
en ze worden geblokkeerd door middel van een
mechanische pin (standaard model) of door middel
van een hydraulische cilinder voor het snel vast- en
loshaken.
De boven beschreven cilinders van de arm worden
geactiveerd door middel van een verdeler die
mechanisch bediend wordt door de hendel van de
hoofdjoystick in de bestuurderscabine.
Dezelfde verdeler activeert ook de voor stabilisatoren,
bevestigd aan de voorzijde van de machine en
geactiveerd middels specifieke hydraulische cilinders
gescharnierd tussen het chassis en de poten van
de stabilisatoren, en het zij-nivelleringssysteem van
het chassis, dat geactiveerd wordt door een andere
specifieke cilinder gescharnierd tussen de rechter zijde
van het chassis en de vooras.
D e b e d i e n e r k a n d e s t a b i l i s a t o r e n e n h e t
nivelleringssysteem van het chassis activeren
door middel van mechanische hendels achter de
hoofdjoystick die de armfuncties bedient.
Stroomafwaarts de hoofdverdeler zijn er nog twee
hydraulische collectoren. De eerste vermindert de
snelheid van de daalbeweging en van het intrekken van
de telescopische arm en de snelheid van de inclinatie
van de gereedschapshouder en het debiet naar een
van de twee hulplijnen als de machine de toestand
van lengtestabiliteit benadert. De tweede collector is
bestemd voor de omschakeling van de inclinatiefuncties
van de telescopische arm en de vorken naargelang de
stand van de elektrische schakelaar aan de bovenkant
van de hoofdjoystick.
De andere beschikbare hoofdbedieningen in de
stuurcabine zijn het stuur (voor de bediening van de
stuurfunctie van de machine), het rempedaal en de
mechanische hendel voor de parkeerrem.
Het stuurwiel is mechanisch aan een stuureenheid
verbonden die de stuurcilinders, op de voor- en
Code 57.0009.0560
GTH-4013 SX - GTH-4017 SX - GTH-4013 EX - GTH-4017 EX
Beschrijving Van Het Toestel
achteras, voedt; op deze wijze is de stuurhoek
proportioneel ten opzichte van het toerental van het
stuur.
Het rempedaal is verbonden aan de rempomp die
hydraulisch gevoed wordt en die, naargelang de druk
die op het pedaal wordt uitgeoefend, een hydraulische
druk veroorzaakt, waardoor de remschijfeenheden (in
oliebad), binnen de achter- en vooras, geactiveerd
worden door op de drijfassen binnen de as te handelen.
Dezelfde remschijfeenheid op de vooras wordt
geactiveerd door middel van het parkeerrem systeem
door een intern mechanisme dat mechanisch
geactiveerd wordt en hydraulisch weer losgelaten. Als
de parkeerrem weer wordt losgelaten, door middel van
de greep binnen de cabine aan de linkerzijde van de
bestuurderszitting, wordt een hydraulische druk op het
interne mechanisme uitgeoefend waardoor de kracht op
de remschijven wordt overgebracht. Als de parkeerrem
geactiveerd wordt, wordt deze druk verwijderd en het
interne mechanisme duwt de remschijven waardoor de
nodige remkracht wordt uitgeoefend.
Een andere hydraulische cilinder is gemonteerd op de
linker achterzijde van het chassis en is gescharnierd
tussen chassis en achteras.
Deze cilinder dient om de zijstabiliteit van de machine
te verbeteren door de achteras te blokkeren als de
armhoek de aangegeven waarde overschrijdt.
De gesloten bedienerscabine is voorzien van voorruit
en ruiten om de bediener te beschermen en om een
optimaal zicht te geven.
De bediener zit op een opgevulde en regelbare zitting
en kan de machine bedienen door middel van de
speciale bedieningen die op passende wijze binnen
de cabine geplaatst zijn.
Het instrumentenbord is voorzien van alle bedieningen
en wijzers die nodig zijn om de machine op passende
en veilige wijze te gebruiken.
Er is een automatisch stabiliteit controlesysteem met
display ondergebracht in de cabine, hiermee kan de
bediener de stabiliteit toestand van de machine
controleren, en een sensor op de achteras die de
restlast op de as opmeet.
De machine is tevens voorzien van een complete
set lampen om veilig op weinig verlichte openbare
wegen te kunnen rijden.
Om de stabiliteit van de machine te verbeteren
is er aan de achterzijde van de draaitoren een
tegengewicht gemonteerd.
Bedieningshandleiding
37