nl Functies
5.1 Verwarmingsmethoden
Hier vindt u een overzicht van de verwarmingsmethoden. U krijgt aanbevelingen over het gebruik van de verwar-
mingsmethoden.
Symbool
Verwarmingsmetho-
de
Hete lucht
Boven- en onder-
warmte
Hetelucht zacht
Boven-onderwarmte
zacht
Thermogrillen
Grill, groot
Grill, klein
Deeg-rijsstand
Onderwarmte
Servies voorverwar-
men
5.2 Magnetronvermogen
Hier vindt u een overzicht van de magnetronvermogens en het gebruik ervan.
De magnetronvermogens zijn standen en komen niet altijd overeen met het precieze aantal Watt dat door het appa-
raat wordt gebruikt.
Magnetronvermogen
in watt
90 W
180 W
360 W
600 W
Boost
Opmerking: Het magnetronvermogen "Boost" is niet
bedoeld voor het verwarmen van gerechten. Ter be-
scherming van het apparaat wordt het maximale ver-
mogen van de magnetron gedurende de eerste minu-
10
Temperatuur
30 - 230°C
30 - 230°C
125 - 230 °C
150 - 230 °C
30 - 230°C
50-230°C
50-230°C
30 - 50 °C
30 - 230°C
30 - 90 C
Maximale duur in uur Gebruik
1:30
1:30
1:30
1:30
0:30
Gebruik
Op één niveau bakken of braden.
De ventilator in de achterwand verdeelt de warmte gelijkmatig
in de binnenruimte.
Traditioneel bakken of braden op één niveau. De verwarmings-
methode is bijzonder geschikt voor gebak met vochtige be-
dekking.
De warmte komt gelijkmatig van boven en van onderen.
Voor het gezond bereiden van geselecteerde gerechten op
één niveau, zonder voorverwarmen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmings-
element aan de achterkant in de binnenruimte.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het
energieverbruik in de circulatieluchtmodus en de energieklas-
se gebruikt.
Voor het voorzichtig bereiden van geselecteerde gerechten
zonder voorverwarmen.
De warmte komt van boven en van onderen.
Deze verwarmingsmethode wordt gebruikt voor het bepalen
van het energieverbruik in de conventionele modus.
Gevogelte, hele vis of grotere stukken vlees braden.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en
uit. De ventilator wervelt de hete lucht rond het gerecht.
Voor het grillen van platte stukken, zoals steaks, worstjes of
toast, en voor het gratineren.
Het hele oppervlak onder de grill wordt heet.
Voor het grillen van kleine hoeveelheden steaks, worstjes of
toast en om te gratineren.
Het middelste oppervlak onder de grill wordt heet.
Om deeg deeg te laten rijzen en yoghurt te laten rijpen.
Het deeg rijst sneller dan bij kamertemperatuur. Het oppervlak
van het deeg droogt niet uit.
Voor de bereiding au bain-marie en om na te bakken.
De warmte komt van onderen.
Voor het opwarmen van servies.
Gevoelige gerechten ontdooien.
Gerechten ontdooien en verder bereiden.
Vlees en vis bereiden. Gevoelige gerechten opwarmen.
Gerechten verwarmen en bereiden.
Verwarmen van vloeistoffen.
ten trapsgewijs tot 600 W gereduceerd. Nadat het ap-
paraat enige tijd is afgekoeld is het volle vermogen
weer beschikbaar.