■
Voordat u de computer optilt, moet deze zijn gesloten, de adapter
afgekoppeld en afgekoeld. Nalatigheid van deze instructie kan tot een
lichte brandwond leiden.
■
Let erop dat er niet tegen de computer wordt gedrukt of gestoten. Als u
zich niet aan deze instructie houdt, kan dat leiden tot beschadiging van
de computer, storingen of gegevensverlies.
■
Vervoer uw computer nooit als er nog kaarten zijn geplaatst. Dit kan
leiden tot schade aan de computer en/of aan de kaart waardoor het
product niet meer werkt.
■
Gebruik een geschikte draagtas wanneer u de computer vervoert.
■
Houd de computer stevig vast wanneer u deze draagt om zo stoten en
vallen te vermijden.
■
Houd de computer tijdens het dragen niet aan uitstekende delen vast.
Warmteverspreiding
Om de processor tegen oververhitting te beschermen, is deze voorzien van
een interne temperatuursensor die een ventilator inschakelt of de
verwerkingssnelheid verlaagt indien de interne temperatuur van de
computer een bepaald niveau bereikt. U kunt instellen of u deze
temperatuur wilt regelen door eerst de ventilator aan te zetten en daarna zo
nodig de processorsnelheid te verlagen of vice versa. Deze functies
worden beide ingesteld via Energiebeheer.
Zodra de temperatuur van de processor tot een normaal niveau is gedaald,
wordt de ventilator uitgeschakeld en werkt de processor weer op de
standaardsnelheid.
Als de temperatuur van de processor met een van beide instellingen een
onaanvaardbaar hoog niveau bereikt, wordt de computer automatisch
uitgeschakeld om beschadiging te voorkomen. In dit geval gaan alle
gegevens in het geheugen die niet zijn opgeslagen verloren.
Gebruikershandleiding
Basisbeginselen
4-40