Lampje voor draadloze communicatie
Het lampje voor draadloze communicatie geeft de status van de functies
voor draadloze communicatie van de computer aan.
Status van het lampje Betekenis
Lampje uit
Lampje aan
Als u draadloos LAN hebt uitgeschakeld via de taakbalk, start u de
computer opnieuw op of voert u de volgende procedure uit om draadloos
LAN weer in te schakelen: klik op Start
Systeem en beveiliging
Netwerkadapters, klik met de rechtermuisknop op het draadloze apparaat
en kies Inschakelen.
LAN
De computer biedt ingebouwde ondersteuning voor Ethernet LAN
(10 megabits per seconde, 10BASE-T), Fast Ethernet LAN (100 megabits
per seconde, 100BASE-TX) en Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per
seconde, 1000BASE-T).
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de computer koppelt aan en
ontkoppelt van een LAN.
Installeer of verwijder geen geheugenmodule zolang Activering op LAN is
ingeschakeld.
■
De functie Activering op LAN werkt niet zonder de netadapter. Laat de
netadapter aangesloten als u deze functie gebruikt.
■
De verbindingssnelheid (10/100/1000 megabits per seconde)
verandert automatisch, afhankelijk van de netwerkomstandigheden
(aangesloten apparaat, kabel of ruis en dergelijke).
Typen LAN-kabels
De computer moet correct worden geconfigureerd voordat u verbinding
met een LAN maakt. Als u zich bij een LAN aanmeldt terwijl de
standaardinstellingen van de computer van kracht zijn, kunnen storingen
in het LAN optreden. Vraag de LAN-beheerder naar de juiste
configuratieprocedures.
Als u Gigabit Ethernet LAN (1000 megabits per seconde, 1000BASE-T)
gebruikt, dient u de computer via een CAT5E-kabel of hoger aan te sluiten.
U kunt geen CAT3- of CAT5-kabel gebruiken.
Gebruikershandleiding
Draadloze functionaliteit is niet beschikbaar.
Behalve het apparaat dat is gestopt met de
softwarematige schakelaar, kunnen alle functies
voor draadloze communicatie radiogolven
uitzenden.
Configuratiescherm
Systeem
Apparaatbeheer
Basisbeginselen
4-37