softmenutoets @CHOOS te drukken. Druk op de softmenutoets !!@@OK#@ ( F) om de
handeling te voltooien. Het beeldscherm ziet er bij de RPN-modus als volgt uit:
U ziet dat het beeldscherm meerdere niveaus van de uitkomst heeft
genummerd met van onder naar boven 1, 2, 3, enz. Dit wordt het
stapelgeheugen van de rekenmachine genoemd. De verschillende niveaus
worden stapelgeheugenniveaus
stapelgeheugenniveau 2, etc.
RPN wil dus eigenlijk zeggen dat u een handeling zoals 3 + 2 niet in de
rekenmachine invoert met
maar eerst de operanden in de juiste volgorde invoert en daarna de operator,
dus
De operanden nemen bij het invoeren verschillende stapelgeheugenniveaus
in gebruik. Als u 3` invoert, wordt het getal 3 in stapelgeheugenniveau
1 ingevoerd. Als u daarna 2` invoert, gaat het getal 3 naar naar
stapelgeheugenniveau 2. Door vervolgens op + te drukken, vertellen we de
rekenmachine dat hij de operator of het programma + moet toepassen op
de objecten in niveaus 1 en 2. De uitkomst, 5, wordt vervolgens in niveau 1
geplaatst.
We proberen eerst enkele eenvoudige handelingen voordat we de moeilijkere
uitdrukking uitproberen die eerder is gebruikt bij de algebraïsche modus.
123/32
2
4
3
√(√27)
genoemd, dus stapelgeheugenniveau 1,
3+2`
3`2`+
123`32/
27`R3@»
4`2Q
Blz. 1-9