5
We kunnen de waarde 3×10
op een snellere manier invoeren in
A12: 3V5³~a12`K
Zo kunt u de inhoud van Q invoeren:
Q: ³~„r/„Ü
~„m+~„r™™³~q`K
We kunnen de waarde R nog sneller invoeren:
R: „Ô3#2#1™³K
De spatietoets (#) kan gebruikt worden om de elementen van een
vector in de RPN-modus van elkaar te scheiden in plaats van met een
komma (‚í die in de Algebraic-modus in het bovenstaande
voorbeeld is gebruikt.
z1: ³3+5*„¥³~„z1K
p1: ‚å‚é~„r³„ì*
~„rQ2™™™³~„p1™`K.
Het scherm ziet er nu als volgt uit:
U ziet zes van de zeven variabelen die onder in het scherm worden
vermeld: p1, z1, R, Q, A12, α.
Blz. 2-14