kolommen van een matrix (informatie over het gebruik van de Matrixschrijver
om matrices in te voeren, wordt in een Hoofdstuk 9 behandeld). Voor een
vector zijn we geïnteresseerd in het plaatsen van elementen in alleen de
bovenste rij. Standaard is de cel in de bovenste rij en de eerste kolom
geselecteerd. Onder in de spreadsheet vindt u de volgende softmenutoetsen:
@EDIT! @VEC
De @EDIT-toets wordt gebruikt om de inhoud van een geselecteerde cel
in de Matrixschrijver te bewerken.
De @VEC@@-toets, wanneer geselecteerd, geeft een vector in plaats van
een matrix van een rij en vele kolommen.
WID-toets wordt gebruikt om de breedte van de kolommen in de
De
←
spreadsheet te verkleinen. Druk enkele malen op deze toets om de
kolombreedte in uw Matrixschrijver te zien afnemen.
De @WID
-toets wordt gebruikt om de breedte van de kolommen in de
→
spreadsheet te vergroten. Druk enkele malen op deze toets om de
kolombreedte in uw Matrixschrijver te zien toenemen.
De @GO
-toets, wanneer geselecteerd, selecteert automatisch de
→
volgende cel, rechts van de huidige cel, wanneer u op ` drukt.
Deze optie is standaard geselecteerd. Deze optie dient, indien
gewenst, geselecteerd te worden alvorens de elementen in te voeren.
De @GO
- toets, wanneer geselecteerd, selecteert automatisch de
↓
volgende cel, onder de huidige cel, wanneer u op ` drukt. Deze
optie dient, indien gewenst, geselecteerd te worden alvorens de
elementen in te voeren.
Naar rechts bewegen vs. naar beneden bewegen in de Matrixschrijver
Activeer de Matrixschrijver en voer 3`5`2`` in waarbij
de @GO
-toets is geselecteerd (standaard). Voer dan dezelfde getallenreeks
→
in waarbij de @GO
-toets is geselecteerd om het verschil te zien. In het eerste
↓
WID @WID
@GO
@GO
←
→
→
↓
Blz. 8-3