de waarde waarvan de limiet moet worden berekend. De functie lim is
beschikbaar via de commandocatalogus (‚N~„l) of via optie 2
LIMITS & SERIES... van het CALC-menu (zie boven).
De functie lim wordt in de ALG-modus ingevoerd als lim(f(x),x=a) om
lim
f
(
x
)
de limiet
te berekenen. In de RPN-modus voert u eerst de functie in,
x→
a
dan de uitdrukking 'x=a' en tenslotte de functie lim. Voorbeelden in de ALG-
modus worden hieronder weergegeven, met inbegrip van enkele limieten
naar oneindigheid en eenzijdige limieten. Voeg +0 of –0 toe aan de waarde
aan de rechterkant van de pijl om eenzijdige limieten te berekenen. A "+0"
betekent limiet van rechts en a "-0" betekent limiet van links.
Het
oneindigheidssymbool is verbonden aan de 0-toets, bijv., „è.
De Functies DERIV en DERVX
De functie DERIV wordt gebruikt om afgeleiden met betrekking tot een
onafhankelijke variabele te nemen en de functie DERVX neemt afgeleiden met
betrekking tot de standaardvariabele VX (meestal 'X'). De DERVX- functie is
direct via het CALC-menu beschikbaar en beide functies zijn beschikbaar
onder het submenu DERIV.&INTEG in het CALC-menu ( „Ö).
De functie DERIV vereist een functie, bijv. f(t) en een onafhankelijke variabele,
bijv. t. De functie DERVX vereist enkel een functie van VX. Voorbeelden in de
ALG-modus worden hieronder weergegeven. Vergeet niet dat in de RPN-
modus de argumenten vóór de functie moeten worden ingevoerd.
Blz. 11-2