Figuur 46
1. Bevestigingsbeugel
2. Borstbouten
19. Verwijder de borstbouten en borgmoeren uit de
maaier (Figuur 46).
20. Breng de bevestigingsbeugel één opening omlaag en
plaats de borstbouten en de borgmoeren (Figuur 46).
Opmerking: Als er maar één opening is, moet u
contact opnemen met een erkende Service Dealer.
21. Herhaal de schuinstand van het maaidek nog een
keer; zie stap 15 tot en met 17.
22. Controleer nogmaals de schuinstand; zie stap 5.
23. Als de schuinstand correct is, moet u nogmaals
controleren of het maaidek horizontaal staat; zie
Maaidek horizontaal stellen.
24. Sluit de bougiekabel aan op de bougie.
3. Borgmoeren
4. Maaier
Reiniging
Onderkant van maaimachine
wassen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Telkens nadat u de maaimachine heeft gebruikt, moet u
de onderkant van de machine wassen om te voorkomen
dat er zich gras verzamelt. Hierdoor wordt het gras beter
fijn gemaakt en het maaisel beter verstrooid.
1. Parkeer de tractor op een hard horizontaal oppervlak.
2. Schakel de aftakas uit.
3. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
4. Verwijder het contactsleuteltje.
5. Bevestig de snelkoppeling aan de wasaansluiting van
de maaimachine en draai de waterkraan helemaal
open (Figuur 47).
1. Wasaansluiting
2. Snelkoppeling (niet
meegeleverd)
Opmerking: Smeer vaseline op de O-ring van de
wasaansluiting om de koppeling gemakkelijker te
bevestigen en de O-ring te beschermen.
6. Zet het maaidek in de laagste maaistand.
7. Neem plaats op de bestuurdersstoel en start de
motor.
8. Schakel de aftakas in en laat de motor één tot drie
minuten lopen.
9. Schakel de aftakas uit.
10. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
11. Verwijder het contactsleuteltje.
12. Draai de kraan dicht en maak de snelkoppeling los
van de wasaansluiting.
33
Figuur 47
3. Slang