koppelings-/rempedaal intrappen, voordat u in of
uit de achteruit-stand schakelt.
Zet de tractor altijd in beweging door het
koppelings-/rempedaal in te trappen en de gewenste
versnelling in te schakelen. Als de tractor eenmaal in
beweging is, kunt u in elke versnelling vooruit schakelen
zonder het koppelings-/rempedaal in te trappen.
Meestal kunt u in elke versnelling wegrijden. Als de
tractor niet wegrijdt in de gekozen versnelling vanwege
een zware last, schakelt u naar een lagere versnelling.
Belangrijk: Op hellingen niet schakelen. Kies een
lage versnelling, zodat u niet hoeft te stoppen of te
schakelen op een helling.
De tractor stoppen
1. Trap het koppelings-/rempedaal in.
2. Zet de rijsnelheidshendel in de neutraalstand.
3. Schakel de aftakas uit.
4. Draai het contactsleuteltje op Uit.
5. Als u de tractor onbeheerd laat, moet u tevens de
parkeerrem in werking stellen; zie Parkeerrem in
werking stellen.
Opmerking: Verwijder het contactsleuteltje en
het KeyChoice-sleuteltje uit de desbetreffende
schakelaars.
Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen
als zij de machine verplaatsen of proberen te
bedienen terwijl deze onbeheerd staat.
Verwijder altijd het contactsleuteltje en het
KeyChoice-sleuteltje en stel de parkeerrem in
werking wanneer u de tractor onbeheerd laat,
ook al is het slechts voor een paar minuten.
Belangrijk: Rijd niet met de remmen
ingeschakeld om overmatige slijtage te
voorkomen. Schakel naar een lagere versnelling
zodat u niet hoeft te stoppen of te schakelen
terwijl u op een helling rijdt.
Het gras zijwaarts afvoeren of
mulchen
Zonder aangebrachte grasgeleider,
uitworpafsluiter of complete grasvanger
kunnen u of anderen in aanraking met het
maaimes of uitgeworpen voorwerpen komen.
Contact met het draaiende maaimes en
uitgeworpen materiaal kan lichamelijk of
dodelijk letsel veroorzaken.
• Verwijder de grasgeleider nooit van het
maaidek omdat hiermee het maaisel wordt
afgevoerd naar het gazon. Een beschadigde
grasgeleider moet direct worden vervangen.
• Steek nooit handen of voeten onder het
maaidek.
• Probeer nooit het afvoersysteem of de
maaimessen te reinigen zonder eerst
de aftakas uit te schakelen en het
contactsleuteltje op Uit te draaien. Verwijder
verder het contactsleuteltje en trek de
bougiekabel van de bougie.
Het maaidek is uitgerust met een scharnierende
grasgeleider, die het maaisel zijwaarts en omlaag naar
het gazon afvoert.
Om gemaaid gras fijn te maken, moet u eerst de
afvoerafsluiter in de opening aan de zijkant van het
maaidek plaatsen; zie Afvoerafsluiter plaatsen.
Afvoerafsluiter plaatsen
Om gemaaid gras fijn te maken in plaats van dit
zijwaarts af te voeren, moet u de afvoerafsluiter in de
opening aan de zijkant van het maaidek plaatsen.
1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
2. Verwijder het contactsleuteltje.
3. Til de grasgeleider omhoog en plaats de
afvoerafsluiter op de opening op de onderste lip van
de maaier en schuif deze op het voorste scharnier
(Figuur 15).
15