3. Verwijder de vuldoppen van de accu (Figuur 27).
4. Giet langzaam gedistilleerd water in elke cel van
de accu totdat het zuurpeil de bovenste streep
(Figuur 27) op de accubehuizing bereikt.
Belangrijk: De accu niet te vol vullen;
uitgelopen accuzuur (zwavelzuur) kan ernstige
corrosie en beschadiging van het chassis
veroorzaken.
5. Wacht na het bijvullen van de accucellen vijf tot tien
minuten. Vul indien nodig gedestilleerd water bij
totdat het zuurpeil de bovenste streep (Figuur 27) op
de accubehuizing bereikt.
6. Plaats de vuldoppen weer op de accu.
Accu opladen
Bij het opladen produceert de accu gassen die
tot ontploffing kunnen komen.
Rook nooit in de buurt van de accu. Houd
vonken en open vuur uit de buurt van de accu.
Belangrijk: Zorg ervoor dat de accu altijd volledig
geladen is (soortelijk gewicht 1,260), vooral bij
temperaturen beneden 0°C, om schade aan de accu
te voorkomen.
1. Accu uit het chassis verwijderen, zie Accu
verwijderen.
2. Controleer het zuurpeil; zie Zuurpeil controleren.
3. Zorg ervoor dat de vuldoppen op de accu zijn
geplaatst, en laad de accu één uur op bij 25–30 A of
6 uur bij 4–6 A. De accu niet te ver opladen.
4. Zodra de accu volledig is opgeladen, haalt u de
oplader uit het stopcontact.
5. Daarna maakt u de oplaadkabels los van de
accuklemmen (Figuur 28).
1. Pluspool van de accu
2. Minpool van de accu
6. Monteer de accu in de tractor en sluit de accukabels
aan; zie Accu monteren.
Opmerking: Gebruik de tractor nooit wanneer de
accu is losgekoppeld; dit kan beschadigingen aan het
elektrische systeem tot gevolg hebben.
Onderhoud van de zekering
De elektrische installatie is beveiligd door middel van
10 A steekzekeringen.
1. Om een zekering Figuur 29) te vervangen, trekt u
deze uit de houder.
1. Zekering
2. Plaats de zekering in de houder en druk deze vast
op zijn plaats.
25
Figuur 28
3. Rode (+) oplaadkabel
4. Zwarte (-) oplaadkabel
Figuur 29
2. Zekeringhouder