2. Trek de romp van de spuit omhoog totdat de luer-lockconnector (A) van de spuit in de luer-
lockaansluiting op de onderste aansluiting van de klep kan worden gestoken; schroef dan
voorzichtig de spuit rechtsom in de klep. Zorg dat u niet scheef schroeft.
3. Controleer of alle schroeven van de klep, de luer-lockaansluiting, alle aansluitingen van
slangen op de spuit en de plunjerschroef goed vast zitten, om lekken te voorkomen.
4. Zet het apparaat aan en in de parkeerstand. Controleer of de spuit wordt geïnitialiseerd.
5. Run het script FLUSH minimaal tweemaal om te controleren op lekken. Spoel het systeem
totdat luchtbelletjes in de spuit of slangen zijn verwijderd.
8.6
Het systeem decontamineren
Wanneer het RCS-platform of een andere plek overstroomd is geweest, moet het gebied
gereinigd en gedecontamineerd worden.
1. Verwijder alle overtollige vloeistof met absorberende, pluisarme papieren doekjes.
2. Veeg het aangedane gebied van boven naar beneden schoon met een pluisarm papieren
doekje met 0,5% v/v natriumhypochlorietoplossing.
3. Veeg het hele gebied af met een papieren doekje dat bevochtigd is met gedemineraliseerd
water.
Wees extra voorzichtig bij het reinigen en drogen van een overstroomde plaatwasser, om te
voorkomen dat de plaatwasserbak aan het platform gaat kleven.
4. Reinig de slangen en flessen van het RCS met 0,5% (v/v) natriumhypochlorietoplossing. Zie
"Slangen en flessen reinigen", blz. 77 voor meer instructies.
8.7
Controle op contaminatie van het RCS
Voer bij verdenking van contaminatie (bijv. met alkalische fosfatase) van het RCS de volgende
procedure uit ter verificatie: Deze procedure start het 1D-script, onderbreekt het script, en start het
script vervolgens opnieuw op de juiste regel, op basis van het type script dat gebruikt wordt.
Benodigde apparatuur en verbruiksartikelen:
1 capturing-microtiterplaatframe
3 nieuwe wellstrips voor een capturing-microtiterplaat uit een digene HC2 DNA-test-kit
9 blanco wellstrips voor microtiterplaten
1 plaatdeksel
1 fles DR1
1 fles DR2
Rapid Capture System gebruiksaanwijzing 11/2015
81