7
digene HC2 DNA-tests uitvoeren
7.1
Bereiden en bewaren van reagentia
Voor reproduceerbare en consistente assayresultaten is het essentieel dat u zich strikt houdt aan
het gebruik en de beperkingen die gespecificeerd zijn in de desbetreffende gebruiksaanwijzing
van de digene HC2 DNA-test. Indien u de gebruikseisen voor reagentia niet opvolgt, kan dit
leiden tot ongeldige assays en onnauwkeurige sampleresultaten.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de desbetreffende digene HC2 DNA-test voor de
volgende informatie:
Sampletypen die zijn goedgekeurd voor gebruik met het RCS
Bereiden en bewaren van reagentia uit de kit
Benodigde reagensvolumes voor het uitvoeren van de test op het RCS
7.2
Opstellen van het RCS-platform
Het is essentieel dat het RCS-platform exact zo wordt opgesteld en onderhouden als in deze
gebruiksaanwijzing beschreven staat, en dat er tijdens gebruik geen vreemde voorwerpen op het
RCS-platform worden geplaatst.
Wat u moet doen voordat u begint:
Draag tijdens het opstellen poedervrije wegwerphandschoenen.
Zet het RCS aan. Zie "Het RCS aan/uit zetten", blz. 44 voor meer instructies.
De RCS-software controleert de temperatuur van de hybridisatie-incubator. Het script begint
pas als de hybridisatie-incubator een temperatuur van 65ºC heeft bereikt.
Advies: Laat het RCS altijd AAN staan.
Zet het DML-apparaat ten minste 1 uur voordat u de eerste capturing-microtiterplaat gaat
meten aan, omdat het apparaat een tijdje moet opwarmen.
Advies: Laat de DML altijd aanstaan.
Maak met behulp van de digene assay-analysesoftware een plaatindeling voor elke geteste
microtiterplaat.
Raadpleeg de betreffende gebruiksaanwijzing van de software en de gebruiksaanwijzing van
de digene HC2 DNA-test.
Belangrijk: Om nauwkeurige sampleresultaten te kunnen rapporteren moet de plaatindeling
overeenkomen met het juiste samplerek en de juiste microtiterplaat.
Rapid Capture System gebruiksaanwijzing 11/2015
61