●
Indien [Uit] is geselecteerd, worden de sneltoetsgegevens geannuleerd die in stap 4 zijn geregistreerd.
●
Wanneer [USB-verbinding] is geselecteerd, gaat u naar stap 7.
6
Selecteer de doelcomputer.
Selecteer een computer in het netwerk waarmee het apparaat is verbonden.
7
Selecteer type Scan.
➠
Het scherm [Sneltoetsinstellingen] verschijnt.
8
Druk op
op het bedieningspaneel.
➠
Het scherm [Start] verschijnt.
De geregistreerde sneltoetsgegevens bevestigen
●
U kunt de geregistreerde gegevens van de in stap 4 gekozen sneltoets bevestigen door de sneltoets te
selecteren op het scherm dat met de volgende stappen wordt weergegeven:
[Menu]
[Sneltoetsinstellingen]
Scaninstelling of opslaglocatie controleren of veranderen
●
U kunt de in stap 7 geselecteerde scaninstelling controleren of veranderen met behulp van het MF Scan
Utility op de computer die u gebruikt als opslaglocatie.
LCD-model met 5 regels
Vereiste voorbereidingen
●
Verricht voorbereidingen zoals het installeren van het scannerstuurprogramma (ScanGear MF) en
toepassing (ScanGear MF) voor de computer die dient als opslaglocatie.
gescande gegevens op een computer op te slaan(P. 229)
[Functie-instellingen]
[Verzenden]
[Bevestig bestemming] vanuit het scherm [Start]
Scannen
[Verzend- en scaninstellingen]
Starten MF Scan Utility(P. 257)
232
Voorbereidingen maken om