PROBLEMEN OPLOSSEN - REPARATIES
6.4 – ANDERE VOORZIENINGEN EN OPTIES
6.4.1 – Olieverschildrukschakelaar: (alleen bij units met semi-hermetische compressor)
a) Zuigercompressoren:
Deze drukschakelaar legt onvoorwaardelijk de unit stil als de differentiële oliedruk meer dan twee minuten
lang onder een vooringestelde veilige minimumwaarde blijft.
De differentiële oliedruk is het verschil tussen de persdruk van de oliepomp en de gasdruk in het carter
van de compressor (zuigdruk). De veiligheidsschakelaar voor de olieverschildruk is in de fabriek afgesteld
en wijziging is niet mogelijk.
b) Schroefcompressoren:
Deze drukschakelaar legt de unit onvoorwaardelijk stil als de differentiële oliedruk stijgt tot boven
een vooringestelde veilige waarde. De differentiële oliedruk is in dit geval de hoge druk minus
de olieinspuitdruk van de compressor.
6. 4.2 – Verlies van voedingsspanning:
Er zijn geen problemen als de machine na een korte spanningsuitval (tot ca. een uur) weer gestart wordt.
Zet na langere spanningsuitval de unit eerst op "OFF", met de carterverwarming van de compressor
zo lang ingeschakeld dat de olie in het ondercarter weer op temperatuur is. Start daarna de unit.
.33
INSTALLATIE - BEDIENINGS - ONDERHOUDSHANDLEIDING (IOM) • HYDROLEAN - 0805-D