WERKING
4 – CONTROLES VOORAF
Controleer of alle aftap- en ontluchtingspluggen op hun plaats zitten en goed aangedraaid zijn, voordat
de installatie gevuld wordt met water.
4.1 – LIMIETEN
Controleer voor elk gebruik de werkingsgebieden van de unit, zoals gespecificeerd in de BIJLAGE aan het
eind van de IOM (installatie-, bedienings- en onderhoudshandleiding). In deze tabellen vindt u alle gegevens
over de toelaatbare grenswaarden.
Raadpleeg "Risico-analyse en gevaarlijke situaties volgens de richtlijn 97/123" in de BIJLAGE aan het eind
van de IOM, of bij de unit geleverd.
4.2 – CONTROLES EN AANBEVELINGEN KOELCIRCUIT
Controleer in geval van een split unit of de installatie is uitgevoerd volgens de aanbevelingen in het hoofdstuk
"Installatie".
Een tekening van het koelcircuit vindt u in de BIJLAGEN aan het eind van de IOM, of geleverd bij de unit.
4.3 – INSTALLATIE VAN EXTERNE HYDRAULISCHE COMPONENTEN
Enkele hydraulische componenten worden los door Lennox geleverd.
01 Aansluitset groove lock koppeling
02 Filter aan waterintrede van verdamper
03 Filter aan waterintrede van condensor
04 Drukgestuurd waterregelventiel
05 Stromingsschakelaar
Zie bij de "OPTIES" voor informatie over aansluitingen en installatie
.17
INSTALLATIE - BEDIENINGS - ONDERHOUDSHANDLEIDING (IOM) • HYDROLEAN - 0805-D
A Temperatuursensor intrede-uittredewater
optie warmwaterregeling
B Warmtewisselaars