WERKING
7) Start de pomp(en) en controleer of de te koelen vloeistof door de warmtewisselaars stroomt: let op
de waterdruk bij in- en uittrede, en gebruik de drukverlieskromme om de vloeistofstroom te berekenen
m.b.v. de formule:
Feitelijke stroming
Q = Q1 x √(P2/P1)
8) Controleer voor het maken van de elektrische aansluitingen of de isolatieweerstand tussen de aansluitpolen
van de voedingsaansluiting voldoet aan de geldende voorschriften. Controleer de isolatie van alle elektro-
motoren met een megohmmeter met 500 volt gelijkspanning, volgens de aanbevelingen van de fabrikant.
PAS OP: Start nooit een motor die een isolatieweerstand van minder dan 2 megohm heeft.
Start nooit een motor terwijl het systeem onder vacuüm staat.
.19
waarbij:
P2 = ter plaatse gemeten drukverlies
P1 = door LENNOX vermeld drukverlies voor een vloeistofstroom van Q1
Q1 = nominale doorstroming
Q = feitelijke doorstroming
INSTALLATIE - BEDIENINGS - ONDERHOUDSHANDLEIDING (IOM) • HYDROLEAN - 0805-D