DE UNIT STARTEN
Tussen het eind van de voedingskabel en de unit moet een isolatieschakelaar zitten, zodat de unit volledig van
het elektriciteitsnet te isoleren is als dat nodig is. Koelmachines worden gewoonlijk geleverd met isolatieschakelaar.
Zo niet, dan is deze verkrijgbaar als optie.
WAARSCHUWING
De bedrading moet voldoen aan de geldende voorschriften. Type en plaats van zekeringen moeten
ook voldoen aan de voorschriften. Plaats zekeringen om veiligheidsredenen op een zichtbare plaats,
die vanaf de unit goed bereikbaar. Units moeten voorzien zijn van een goede en doorlopende
aardaansluiting.
BELANGRIJK
Het aansluiten van een verkeerde voedingsspanning of het laten werken met een sterke onbalans
tussen de fasen valt onder misbruik. Dit wordt niet gedekt door de garantie van LENNOX. Neem
bij een fase-onbalans van meer dan 2% van de spanning of 1% van de stroom eerst contact op
met de elektriciteitsmaatschappij, voordat u de spanning inschakelt.
3.6 – GELUIDSNIVEAUS
Waterkoelmachines kunnen een belangrijke bron van geluid zijn in koel- en airconditioning-systemen.
Rekening houdend met technische beperkingen bij ontwerp en fabricage zijn er nauwelijks meer
mogelijkheden voor nog stillere machines.
Men moet daarom het geluid nemen zoals het is en maatregelen nemen rondom de koelmachines.
De kwaliteit van de installatie kan de geluidssituatie verbeteren of doen verslechteren: extra maatregelen
kunnen nodig zijn, zoals geluiddicht maken of het plaatsen van geluidsschermen rond buitenunits.
De locatie van de installatie kan veel verschil maken: reflecties, absorptie, overdracht van trillingen.
Het type ondersteuning van de unit is ook heel belangrijk: de inertie van de ruimte en de structuur
van de wanden hebben invloed op het gedrag van de installatie.
Overweeg voor het nemen van maatregelen eerst of het geluidsniveau past bij de omgeving, wat nog
te rechtvaardigen is, en of de maatregelen niet tot onredelijke kosten zullen leiden.
Bepaal in hoeverre de apparatuur geluiddicht gemaakt moet worden (dempers, trillingisolatoren
en geluidsschermen), en wat aan het gebouw te doen is (vloerversteviging, verlaagde plafonds,
wandbekleding).
Het kan nodig zijn een ingenieursbureau in te schakelen dat gespecialiseerd is in geluidsbeperkende
oplossingen.
3.7 – AANSLUITING VAN SPLIT UNITS
Verbindingen tussen de unit en de condensor moeten worden aangelegd door een gekwalificeerde
koeltechnisch monteur omdat er verscheidene belangrijke voorzorgen bij nodig zijn.
Vooral de vorm en afmetingen van de leidingen voor heet gas vereisen een zorgvuldig ontwerp,
om te zorgen voor goede olieterugvoer en om te voorkomen dat er vloeibaar koudemiddel in de
cilinderkoppen komt bij het stoppen van de compressor.
Bij units met de mogelijkheid van capaciteitsreductie moeten de leidingen ontworpen zijn voor voldoende
gassnelheid, ook als de unit op gereduceerde capaciteit werkt.
Als deze voorzorgen niet zijn toegepast vervalt de garantie van de compressor.
Wij raden aan de volgende aanbevelingen van ASHRAE aan te houden.
3.7.1 - Dimensionering vloeistofleidingen
Dimensioneer de vloeistofleidingen op basis van:
1) De bedrijfsomstandigheden bij volledige capaciteit.
2) Een maximaal drukverlies van 100 kPa
3) Een vloeistofstroomsnelheid onder 2 m/s (om slugging te voorkomen).
4) Let bij vloeistofstijgleidingen op dat de onderkoeling voldoende is om het verlies aan statische druk
te compenseren en om belvorming (gas flashing) te voorkomen
3.7.2 - Pers- en zuigleidingen
Bereken deze zo dat in er verticale leidingdelen voldoende gassnelheid is voor oliedoorvoer en een goede
terugkeer van de olie naar de compressor (tabellen C en D).
Bepaal de afmetingen van verticale leidingen uit de volgende tabellen.
Horizontale leidingen mogen dikker zijn om het drukverlies in verticale leidingen te compenseren.
Het totale drukverlies in de leidingen moet kleiner of gelijk zijn aan 1 K bij de verzadigingsdruk
aan de zuigzijde.
.12
INSTALLATIE - BEDIENINGS - ONDERHOUDSHANDLEIDING (IOM) • HYDROLEAN - 0805-D