Spijzenthermometer
De metalen punt van de spijzenthermo-
meter moet geheel in het gerecht wor-
den gestoken, ongeveer in de kern van
het gerecht. De greep dient schuin om-
hoog te wijzen en niet horizontaal rich-
ting ovenhoeken of deur.
De metalen punt mag niet in aanraking
komen met botten of zeer vetrijke delen.
Vetweefsel en botten kunnen ertoe lei-
den dat de oven te vroeg wordt uitge-
schakeld.
Kies bij doorregen vlees de hoogste
waarde van het kerntemperatuurbereik
uit de tabel.
Bij gebruik van braadfolie of van een
braadzak steekt u de spijzenthermome-
ter door de folie tot in de kern van het
voedingsmiddel.
U kunt de voeler ook ingestoken in het
voedingsmiddel in de folie of zak doen.
Houdt u zich hierbij ook aan de aanwij-
zingen van de betreffende fabrikant.
Als u vlees in aluminiumfolie wikkelt,
moet u de spijzenthermometer door de
folie heen tot in de kern van het vlees
steken.
124
Werkwijze
Bereid het voedingsmiddel voor.
Haal de spijzenthermometer uit de
opbergruimte achter het bedienings-
paneel.
Steek de metalen punt van de spij-
zenthermometer helemaal in het voe-
dingsmiddel. De greep moet schuin
naar boven wijzen.
Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
Kies de gewenste functie.
Wijzig eventueel de voorgeprogram-
meerde temperatuur en/of de kern-
temperatuur.
Verbrandingsgevaar!
De greep van de spijzenthermometer
kan heet worden.
Draag altijd ovenwanten als u de
spijzenthermometer verwijdert.
Wijzig de positie van de spijzenther-
mometer in het voedingsmiddel als
de voeler niet wordt herkend.