Inhoudsopgave
Advertenties
3 - HARDWARE
3.1 - Printplaten
Elk circuit is standaard voorzien van één SIOB/CIOB-printplaat,
voor het beheer van alle belangrijke in- en uitgangen van de
regeling.
Voor opties zoals EMM of vrije koeling, moeten extra SIOB/CIOB-
printplaten worden gemonteerd. Units met zeven of acht
ventilatoren met een vast toerental zijn uitgerust met een AUX2
printplaat. Koelmachines met de optie warmteterugwinning hebben
een extra AUX1-printplaat.
Alle printplaten communiceren via een interne LEN-bus.
3.2 - Schakelkast
De schakelkast bevat alle printplaten die de unit regelen en de
gebruikersinterface (SmartVu
De hoofdprintplaat controleert continu de informatie die hij ontvangt
van de verschillende druk- en temperatuur opnemers en start aan
de hand daarvan programma's die de eenheid regelen.
De eenheid is uitgerust met de SmartVu
aantal printplaten in de schakelkast is afhankelijk van het aantal
geselecteerde opties.
SIOB/CIOB A- printplaat
SIOB/CIOB B-printplaat
+ EMM SIOB/
CIOB-printplaat
+ AUX2-printplaat
+ AUX1-printplaat
Hoofd-
schakelaar
Pompregelaars
3.3 - Aansluitingen van het touchscreen
Aansluitingen bevinden zich aan de onderkant van de hoofdregelaar.
■ De regelaar beschikt over RS485-communicatieprotocollen
zoals LEN, CCN (Carrier Comfort Network), Modbus RTU.
■ Er is een ethernetpoort beschikbaar voor TCP/IP-communicatie
(BACnet, Modbus TCP/IP enz...) of GBS-verbinding
(gebouwbeheersysteem).
Aansluitingen aan de onderkant van de regelaar
Belangrijk:
J8: deze connector wordt gebruikt voor interne communicatie,
bijvoorbeeld voor de optionele energiemeter. Deze connector mag
niet voor andere doeleinden worden gebruikt door de klant.
J10: deze connector wordt gebruikt voor Modbus (RS485).
TM
).
-gebruikersinterface. Het
TM
Ventilatoraandrijvingen
Compressorveiligheden
Compressor
vermogensregeling
3.4 - Voeding van de printplaten
Alle printplaten worden gevoed door een gezamenlijke, geaarde
24 V wisselstroombron.
LET OP: Let op de juiste polariteit bij het aansluiten van de
stroomtoevoer op de printplaten, anders kunnen de
printplaten beschadigd raken.
In geval van een stroomonderbreking herstart de eenheid
automatisch zonder dat daar een externe opdracht voor nodig is.
Wanneer er echter voorafgaand aan deze onderbreking
foutmeldingen bestonden, dan blijven deze in het geheugen
bewaard, waardoor onder bepaalde omstandigheden een circuit
of de gehele eenheid niet kan starten.
3.5 - Leds op printplaten
Alle printplaten controleren en melden voortdurend de juiste
werking van hun elektronische circuits. Er brandt een led op elke
printplaat wanneer deze juist functioneert.
■ De rode led die met een interval van twee seconden knippert,
duidt een juiste werking aan. Een ander interval geeft een
storing op de printplaat of softwarefout aan.
■ De groene LED knippert doorlopend op alle printplaten om aan
te geven dat de printplaat op juiste wijze communiceert via de
interne bus (LEN-bus). Als de groene LED niet knippert, geeft
dit een bedradingsprobleem van de LEN-bus of een probleem
met de configuratie aan.
3.6 - Drukopnemers
Drie type opnemers (hoge druk, lage druk en waterdruk) worden
gebruikt om de verschillende drukken in elk circuit te meten. Deze
opnemers leveren 0 tot 5 VDC. Ze zijn verbonden met de SIOB/
CIOB-printplaat.
■ Persdruk opnemers (hoge druk)
Deze opnemers meten de persdruk in elk circuit. Deze worden
gebruikt om de condensordruk te regelen of om capaciteit af
te schakelen bij hoge druk. Persdruk opnemers zijn
aangebracht in de persdrukleidingen van elk circuit.
■ Zuigdruk opnemers (lage druk)
Deze opnemers meten de zuigdruk in elk circuit. Ze worden
gebruikt om het EXV, verdamperdruk (in verwarmingsmodus)
te regelen en controleren zuigdrukbeveiligingen in relatie met
het bedrijfsgebied van de compressor. Zuigdruk opnemers
bevinden zich op de gemeenschappelijke zuigleiding van elk
circuit.
■ Pomp intrede/uittrede waterdruk opnemers
(waterdruktype, optie hydromodule)
Deze opnemers meten de intrede/uittrede waterdruk van de
pomp van de hydromodule en controleren de waterstroom.
Pomp intrede/uittrede waterdruk opnemers zijn gemonteerd
op de leidingen van de optionele hydromodule.
■ Pomp intrede/uittrede druk opnemers (optie Vrije koeling,
305A/305B/305C)
Deze opnemers meten de intrede- en uittrededruk van de
koudemiddelpomp voor de vrije koeling. Zij worden gebruikt
voor het regelen van het starten van de pomp en het bewaken
van de pompdruk tijdens de cyclus van de vrije koeling.
■ Pomp intrede/uittrede drukopnemers
(optie Vrije koeling, 305C)
Met behulp van twee drukopnemers aan de uitgang van de
glycolvrije BPHE (vóór [fc_ewp] en na de pomp [fc_lwp]) kan
het debiet van het glycol/watermengsel aan de vrije koelzijde
worden gemeten.
7
Advertenties
Inhoudsopgave
