6 - BESTURINGSSYSTEEM BEDIENING
Glycolvrije BPHE
Hydronisch circuit
(louter water)
Voor koelmachines met de 305C optie loopt het proceswater
rechtstreeks door de glycolvrije BPHE en vervolgens door de
verdamper, voordat het wordt teruggevoerd naar het gebouw.
In de glycolwaterlus:
■ Er bevindt zich een pomp met vaste snelheid ("VK-batterijpomp")
aan de uitgang van de glycolvrije BPHE.
De VK batterijpomp kan in de volgende modi werken:
• Vrije koeling: de pomp is "aan".
• Anti-sticking bescherming: wanneer de VK-batterijpomp is
gestopt, zal de regelaar deze pomp elke volgende dag om
14:00 gedurende 25 seconden starten. Het regelmatig
starten van de pomp verlengt de levensduur van de
pomplagers en de dichtheid van de pompafdichting. Voor
deze functie is de serviceconfiguratie vereist (standaard
ingeschakeld).
■ Het verwarmer wordt gebruikt om de glycolvrije BPHE te
beschermen tegen bevriezing, wanneer de koelmachine is
g e s t o p t e n d e b u i t e n l u c h t t e m p e r a t u u r e r g l a a g i s
(vorstbeveiliging).
6.17.3 - Vrije koeling modi
Vrije koeling wordt geactiveerd wanneer de buitenluchttemperatuur
2˚C onder de waterintredetemperatuur van de koelmachine daalt
en het systeem al minstens 10 minuten in de koelmodus werkt.
Het circuit van de met VK-batterijen gemonteerde unit kan in
de volgende modi werken:
■ Mechanische koeling (MC) modus (met alleen de compressoren
geactiveerd): wanneer niet is voldaan aan de VK voorwaarden.
■ Geregelde Vrije Koeling modus (compressoren zijn
uitgeschakeld op beide circuits): wanneer is voldaan aan de
VK voorwaarden en in overeenstemming met de setpoint
regeling.
■ Volledige Vrije Koeling modus (compressoren zijn uitgeschakeld
op één circuit, maar niet op het andere): wanneer is voldaan
aan de VK voorwaarden en er enkele compressoren op AAN
staan in het andere circuit. De modus heeft als doel gebruik te
maken van de totale VK capaciteit van het circuit om de
compressoren van het andere circuit sneller te ontlasten.
■ Gemengd type (MC en VK tegelijkertijd): wanneer is voldaan
aan de VK voorwaarden maar niet genoeg om het gevraagde
setpoint uit te voeren.
Om de koelmodus te verifiëren
1. Ga naar het hoofdmenu.
2. Kies Hydraulische Vrije Koeling (HYD_FC).
3. Verifieer de modus van Circuit A (B) [modeCirA / modeCirB].
Mode van Circuit A [modeCirA] / Mode van Circuit A [modeCirB]
0
Alleen Mechanische koeling
1
Gemengde koeling
2
Geregelde Vrije Koeling capaciteit
3
Vrije Koeling toestand op volle capaciteit
52
Vrije koeling circuit
(glycolwateroplossing)
6.18 - Ontdooicyclus voor warmtepompen
Als de buitenluchttemperatuur laag is met een hoge
vochtigheidsgraad, neemt het risico van ijsvorming op het
oppervlak van de buitenbatterij toe. Door het ijs op de buitenbatterij
wordt de luchtdoorstroming belemmerd en nemen de prestaties
van de eenheid af. Om het ijs van de batterij te verwijderen,
schakelt de regeling de ontdooicyclus in wanneer dit nodig is.
Tijdens de ontdooicyclus, werkt het circuit geforceerd in koelbedrijf.
Om te voorkomen dat het watersysteem afkoelt, kunnen optionele
elektrische verwarmingselementen worden ingeschakeld.
De ontdooicyclus duurt tot het einde van de ontdooitemperatuur
is bereikt.
6.19 - Master/slave-combinatie
Met het regelsysteem is het mogelijk twee eenheden master/slave
aan te sturen indien ze zijn gekoppeld via het CCN netwerk.
De master eenheid kan lokaal, op afstand of door netwerk
Opdrachten (CCN) geregeld worden, terwijl de slave eenheid in
Netwerk bedrijf (CCN) blijft.
Alle regelopdrachten aan de master/slave-opstelling (start/stop,
setpointselectie, verwarmen/koelen, afschakeling, enz.) worden
afgehandeld door de eenheid dat als master is geconfigureerd. De
opdrachten worden automatisch naar de slave eenheid verzonden.
Als de masterkoelmachine is uitgeschakeld, terwijl de master/
slave-functie actief is, wordt de slave-koelmachine gestopt. Onder
bepaalde omstandigheden kan de slave-eenheid eerst worden
gestart om het aantal draaiuren van de eenheden in evenwicht te
houden.
In geval van een communicatiestoring tussen de twee eenheden
keert elke eenheid terug naar een autonoom bedrijfstype tot het
defect is hersteld. Als de master-eenheid wordt gestopt vanwege
een alarm, heeft de slave-eenheid toestemming om te starten.
BELANGRIJK: de master/slave-opstelling mag alleen worden
geconfigureerd door de Carrier-service.
6.20 - Duplex unit (30RQP 620R-1040R)
30RQP 620R-1040R units worden geleverd in twee gescheiden
parallel aangesloten modules.
Twee watertemperatuursensor (één per module) worden geleverd
en aangesloten op de wateruittrede voor een optimale regeling
van het watersysteem. Duplex units kunnen hun eigen vermogen
tegelijkertijd verhogen en verlagen.
De units worden aangesloten op de communicatiebus. De duplex
unitmodules die ook wel Master en Slave modules worden
genoemd worden geconfigureerd en geadresseerd bij het in bedrijf
stellen.
6.21 - Glycolwateroptie (optie 6B)
30RB-eenheden bieden als koelvloeistof standaard water en als
optie brijn, d.w.z. laga brijn (optie 6). De brijnoptie wordt normaal
gesproken gebruikt voor lagetemperatuurtoepassingen.
30RQ warmtepompen kunnen alleen gebruik maken van water.
OPMERKING: voor deze optie is de Software Activation Key
nodig (zie paragraaf 6.28).
6.22 - BACnet optie (optie 149)
Het BACnet/IP-communicatieprotocol wordt gebruikt door een
GBS of programmeerbare regelaars om met de regelaar te
communiceren.
OPMERKING: voor deze optie is de Software Activation Key
nodig (zie paragraaf 6.28).