Inhoudsopgave
Advertenties
34
4.4.1
Montage - Sensor "Y" (werkstand)
-
De magneet (4.6/1) met de meegeleverde anti-
magnetische schroevenn, bijv. messingschroeven of
schroeven uit V4A aan een machine-onderdeel
bevestigen, dat van transport naar werkstand van
positie verandert en omgekeerd. Bijvoorbeeld de
driepunts hefinrichting van de trekker.
De rood geverfde zijde van de magneet
moet naar de sensor wijzen.
-
De sensor (4.6/2) met de bijbehorende steun aan een
tegenoverliggend vaststaand onderdeel van de
machine bevestigen. In de werkstand van het
werktuig moet de magneet recht voor de sensor
staan. Bevindt zich de machine in de werkstand, dan
licht op de rand van het display een vertikale pijl op.
Als het machine-onderdeel waarop de
magneet bevestigd is zich meer dan 40 mm
van de sensor verwijderd moet men voor
een duidelijke herkenning van de werkstand
een tweede magneet in de bewegings-
richting van de magneet monteren (Fig. 4.7).
Als het werktuig in de transportstand staat,
moet de magneet minstens 30 mm van de
sensor verwijderd zijn, om duidelijk vast te
stellen, dat de machine zich niet meer in de
werkstand bevindt (Fig. 4.7).
min. 40 mm
max. 40 mm
bereik van de magneet
in de werkstand
Fig. 4.7
AMADOS
DB 521.1 06.97
goed
of
magneet in
transportstand
(= werkstand uit)
bereik van de
magneet in
werkstand
Fig. 4.6
min. 40 mm
magneet in
max. 40 mm
transportstand
(= werkstand uit)
2
1
fout
Advertenties
Inhoudsopgave
