BEVEILIGING TEGEN OVERBELASTING
BELANGRIJK:
Bij het dagelijkse gebruik van de machine moet u rekening houden met het volgende:
1)
Bij opstarten van de machine dient de motor altijd met een laag toerental te
draaien. Dat geldt met name voor trekkers met elektrohydraulische
aankoppeling van de aftakas (PTO).
2)
De machine dient bij het opstarten in de werkstand te staan.
3)
Een verhoging van het toerental van de machine, bijv. bij oprijden van het veld
of bij keren op het veld, dient eveneens te gebeuren met de machine dicht bij de
werkstand.
4)
Luister bij werkzaamheden op het veld naar de toeren van de trekker. Indien de
motor opeens in toeren daalt of stijgt, kan dat duiden op overbelasting van de
transmissie door te hoge rijsnelheid of vreemde voorwerpen in de maaibalk. In
dat geval zal de riemaandrijving gaan slippen en dient u de machine direct uit te
schakelen en te laten 'luchten'. Indien de machine is geblokkeerd of op een
obstakel is gereden, moet u de machine meteen uitzetten en controleren.
AFKOPPELEN VAN DE MACHINE
Zelfde procedure als in Hoofdstuk 2 - Aan- en afkoppelen en proefdraaien -
Parkeren.
PINL 096A 02 CM 170-190 0211
4. RIJDEN OP HET VELD
De chauffeur kan zelf bijdragen om de transmissie tegen
overbelasting te beschermen!
34