STOPPELHOOGTE INSTELLEN
De machine is af fabriek voorzien van glijschotels met een stoppelhoogte van 30-45
mm, afhankelijk van het gewas en de snelheid van de trekker tijdens de
werkzaamheden op het veld.
Door stenen en de bodemsituatie van het veld moet de stoppelhoogte eventueel
worden verhoogd om de kans op beschadigingen aan de messen te verkleinen of om
vermenging van grond en mestrestanten met het voer te voorkomen.
De stoppelhoogte kan worden gewijzigd door een afstandsring van 10 mm tussen de
naaf van de glijschotel en de glijschotel zelf aan te brengen. (Zie de
reserveonderdelenlijst voor bestelnummers.)
Dit dient te gebeuren in een werkplaats waar de glijschotel van de machine veilig kan
worden gedemonteerd.
GEVAAR:
PINL 096A 02 CM 170-190 0211
3. INSTELLINGEN EN TRANSPORT
Voordat u de trekker verlaat en eventuele wijzigingen aan de
instelling van de machine aanbrengt, dient u de motor van de
trekker uit te zetten, de contactsleutel te verwijderen en de
handrem van de trekker te activeren. Als u werkzaamheden gaat
verrichten aan de machine die aan de hefinrichting van de
trekker hangt, moet u deze bijvoorbeeld met stopkettingen
mechanisch borgen.
29