RIJDEN
WERKSTAND
Fig. 4.2
Om een goede bodemaanpassing en tegelijkertijd een geschikte vrije hoogte bij het
keren te garanderen, kan het handig zijn om de hefarmen van de trekker op zo'n
hoogte in te stellen dat de geleider van het bovenframe een speling van 15-20 mm
voor de bok heeft.
KEREN
Als uitgangspunt geldt hier dat de machine in de werkstand en over de reeds
gevormde zwaden wordt geheven.
Fig. 4.3
Het is echter mogelijk om op het veld te keren zonder de machine te heffen. Een
trommelmaaier zal altijd opnieuw een zwad leggen. Dat kan voor heuvelachtig terrein
waar met kleinere trekkers wordt gewerkt heel praktisch zijn. Hier kan het soms niet
prettig voelen om bij het keren een machine in de werkstand te heffen.
PINL 096A 02 CM 170-190 0211
4. RIJDEN OP HET VELD
Fig. 4.2
Fig. 4.3
15-20 mm
32