10.8 Brandstoffilter vervangen
Het is aan te bevelen de brandstoffilter (32)
jaarlijks in een werkplaats te laten vervangen.
Fig. 17
De vakman kan met een draadlus voorzichtig
aan de brandstoffilter trekken om de
brandstoftank te openen. Er moet op worden
gelet dat de verdikking van de brandstofslang
aan de tankwand niet in de tank wordt
getrokken.
Gebruiks- en onderhoudsinstructies
10.9 Stilleggen en opbergen
Bereid de machine volgens de instructies in
hoofdstuk 10.3 "De sproeimiddeltank aftappen
en reinigen" voor opslag voor. Bewaar de
machine best op een droge en veilige plek met
volle brandstoftank. In de omgeving mogen zich
geen open vuurhaarden of gelijkaardige
warmtebronnen bevinden. Voorkom onbevoegd
gebruik - in het bijzonder door kinderen.
Bij buitenbedrijfstelling van meer dan drie
weken moet bovendien volgende
werkprocedure worden gevolgd:
Tap de brandstoftank op een goed
geventileerde plaats af en maak schoon.
Start de motor bij lege brandstoftank en
gebruik de carburateur onbelast tot de motor
stil ligt. Olieresten uit het brandstofmengsel
zouden de sproeiers van de carburateur
kunnen blokkeren en een latere start
bemoeilijken.
Maak de machine grondig schoon (in het
bijzonder de luchtaanzuigopeningen, de
cilinderkoelribben, het luchtfilter en rondom
de tankaansluitmof).
Bewaar de machine zoals hoger beschreven
op een droge en veilige plaats.
NEDERLANDS
19