Toepassing van de hogedrukspuit
9. Toepassing van de hogedrukspuit
9.1 Toepassingsgebieden
Deze hogedrukspuit is geschikt voor het
verstuiven van toegelaten vloeibare
bestrijdingsmiddelen tegen plantenziekten
(pesticiden), ongedierte (insecticiden) en
onkruid (herbiciden) evenals vloeibare
meststoffen die in de erkende vakhandel
verkrijgbaar zijn. Wij adviseren uitsluitend de
bestrijdingsmiddelen tegen plantenziekten te
gebruiken die door het Duitse instituut voor
biologische teelt zijn toegelaten.
De motoraangedreven hogedrukspuit wordt
gebruikt in de akkerbouw, de boomkwekerijen,
het bosbeheer, de fruitteelt, de wijnbouw, de
groenteteelt en de glasteelt bij voldoende
verluchting.
Gebruik de machine niet bij wind of regen om
een verspreiding van het sproeimiddel over een
uitgestrekte oppervlakte te vermijden.
Controleer de windrichting, alvorens met de
werkzaamheden te beginnen.
Sproei niet in de richting van openstaande
deuren en vensters, auto's, dieren, kinderen of
alles wat door chemicaliën kan worden
beschadigd.
Ga bijzonder voorzichtig te werk tijdens het
sproeien.
Sproei bij voorkeur 's morgens of 's avonds,
omdat het dan meestal windstil is. Let erop dat
u ook uitsluitend besproeit wat echt moet
worden besproeid.
In elk geval wordt een voorzichtig gebruik
aanbevolen.
9.2 Drukregeling
Naargelang de instelling van de sproeier, het
sproeiertype, het sproeimiddel, het toerental
etc. kan of moet u een bepaalde sproeidruk
werken. Deze druk moet steeds gelijkmatig
worden ingesteld. De manometer (16) op de
bedieningshendel (15) dient ter controle.
Aanwijzing: De manometer geeft de
sproeidruk alleen aan als de bedieningshendel
tijdens het sproeien geopend is.
NEDERLANDS
14
Fig. 10
De druk kan worden ingesteld door:
a) het toerental van de motor dat met de
gasregelhendel (8) regelbaar is
lager toerental
Bij gebruik van de motoraangedreven spuit
met hoge sproeidruk stelt u in op volgas. Als
er geen hoge sproeidruk vereist is, stelt u de
gashendel in op ¾ volgas. Zo spaart u
brandstof.
b) Regeling met de drukregelaar (10)
naar rechts draaien
naar links draaien
De waarde van de geselecteerde sproeidruk mag
niet hoger liggen dan 30 bar (rood bereik op de
manometer).
Tip:
Wanneer de motor draait, geeft u gas bij nog
laag ingestelde sproeidruk tot het gewenste
motortoerental is bereikt. Pas daarna stelt u de
gewenste hogere sproeidruk in door met de
drukregelaar (10) te draaien. Zo moet de motor
bij de overgang van stationair toerental naar
gebruikstoerental niet tegen de hoge druk van
de pomp werken.
N.B.
Werk niet in het sleepbereik van de koppeling.
Verhoog na instelling van de sproeidruk op de
drukregelaar eventueel het toerental van de
motor met behulp van de gasregelhendel.
Laat de motor van de hogedrukspuit niet
gedurende langere tijd met een gesloten
handklep lopen. Dit geldt in het bijzonder bij
hoog ingestelde sproeidruk.
lagere druk
hogere druk,
lagere druk.