9.3 Sproeier / verstuivingswaardens
Fig. 11
Als standaardsproeier is een dubbele
hogedrukstraalpijp (18) voorgemonteerd.
Met deze sproeier gelden de volgende
verstuivingswaarden.
Sproeidruk in bar
5
10
20
30
Verstuivingsvolumes in
l/min
0,7
1,2
1,7
2,0
Toepassing van de hogedrukspuit
9.4 Resterende hoeveelheid
sproeimiddel / Het sproeien
beëindigen
Van zodra er tijdens het sproeien met de
motoraangedreven druksproeier lucht uit de
sproeikop komt (het sproeimiddel vernevelt),
moet u de motor onmiddellijk uitschakelen. In
de sproeimiddeltank blijft dan nog minder dan
200 ml sproeimiddel over. Wanneer u geen
sproeimiddel meer wenst bij te vullen en het
sproeien wilt beëindigen, dan moet u dit
resterende volume met 2l water verdunnen en
over de behandelde oppervlakte verstuiven.
Laat de motor nooit draaien zonder vloeistof in
het sproeimiddelreservoir. De pomp wordt bij
het drooglopen beschadigd.
Als de werkzaamheden beëindigd zijn, houdt u
de stopknop (9) ingedrukt tot de motor stil ligt.
Laat de motor afkoelen. Maak de machine
volgens de instructies in hoofdstuk 10.3 "De
sproeimiddeltank aftappen en reinigen" klaar
om op te bergen, was uw gezicht en handen
grondig met water en zeep, trek uw
werkkleding uit en was deze regelmatig.
Aanwijzing:
Bij langer gebruik van de machine kunnen de
motor en verschillende onderdelen ervan, b.v.
de uitlaat, erg verhitten. Om hieruit
resulterende schade te voorkomen, moet de
motor na langdurig gebruik in de volgasstand
nog enige tijd in stationair toerental draaien,
alvorens de motoraangedreven hogedrukspuit
zoals beschreven uit te zetten.
NEDERLANDS
15