Gebruiks- en onderhoudsinstructies
10.5 Onderhoud van de luchtfilter
Vervuilde luchtfilters hebben een
prestatiedaling tot gevolg. Zij vergroten het
brandstofverbruik en daardoor de schadelijke
stoffen in het uitlaatgas. Bovendien wordt het
starten moeilijker.
Voer volgende onderhoudswerkzaamheden
regelmatig uit.
Fig. 15
Sluit de chokeklep (1), alvorens het luchtfilter te
openen, zodat er geen vuil in de carburateur
kan geraken.
Duw het lipje (27) in, kantel de filterafdekking
(28) weg en neem ze weg. Reinig de
filteromgeving.
Fig. 16
VNeem het voorfilter (29) en het hoofdfilter (30)
uit de filterhouder (31).
Als u voorfilter en hoofdfilter hele dagen
gebruikt, moeten ze dagelijks worden gereinigd.
Bij grotere stofontwikkeling ook tussendoor.
Gewoon uitkloppen of uitblazen is voor de
dagelijkse reiniging het best geschikt. Bij
beschadigd filtermateriaal moeten de
betreffende onderdelen onmiddellijk worden
vervangen. Voor motorschade als gevolg van
ondeskundig onderhoud, kunnen geen
garantieclaims worden aanvaard.
NEDERLANDS
18
Plaats het nieuwe resp. gereinigde voorfilter en
hoofdfilter in de filterhouder (31), breng de
filterafdekking weer aan en laat ze door
inklikken vergrendelen.
Gebruik in geen geval vochtige of natte
voorfilters en hoofdfilters!
10.6 Bougie-informatie
Als de bougie uitgeschroefd is of de
bougiekabel uit de stekker verwijderd is, mag de
motor niet in beweging worden gezet. Er
bestaat brandgevaar door vonkvorming!
De bougie moet regelmatig om de 50
bedrijfsuren worden gecontroleerd.
Verwijder de bougieafdekking.
Trek de bougiestekker daaronder uit.
Schroef de bougie uit en droog hem goed af
Als de elektroden sterk afgebrand zijn, moet de
bougie onmiddellijk worden vervangen - anders
om de 100 uur.
De ontstoorde bougie (calorische waarde 200) is
b.v. onder de volgende benaming te koop:
BOSCH
WS6F
CHAMPION
RCJ-6Y of iets vergelijkbaars.
De voorgeschreven elektrodeafstand bedraagt
0,5 mm.
Gebruik enkel bougies met vast gemonteerde,
dikke aansluitmoer op het bovenste uiteinde.
Anders bestaat er brandgevaar door
vonkvorming.
Schroef de bougie weer in.
Duw de bougiestekker altijd goed vast op de
bougie
Zet de bougieafdekking terug.
Voor u begint te werken, dient u na te gaan of
de bougiekabel perfect aangesloten is en de
isolatie intact is.
10.7 Instructies voor de geluiddemper
Ga voor u begint te werken na of de
geluiddemper in perfecte staat verkeert. Raak
de geluiddemper niet aan zolang hij nog heet is.
Indien de motor niet naar tevredenheid draait
hoewel de luchtfilter gereinigd is en ook de
carburateurafstelling in orde is, kan dit ook aan
een vervuilde of beschadigde geluiddemper
liggen. Wend u tot de vakwerkplaats.