Stapsgewijze opname
1.
Druk op de start/stop-knop om de tijdlijndisplay op te
roepen. De volgende lege tijdlijn verschijnt als er voorheen
geen MIDI-data zijn opgenomen.
1
M001-01-16|----|----|----|----|----|----
Empty
4
3
n
Een stip (•) in de display geeft aan dat er MIDI-data aanwezig is op
OPM.
die locatie.
1 Measure/Beat/Clock (maat/tel/klok)
Geeft de huidige invoerpositie (cursor) aan.
2 Datagebied
Elke maat wordt afgescheiden via een afzonderlijke verticale
lijn, waarbij ingevoerde data worden aangegeven met een stip.
De getoonde resolutie zal variëren, afhankelijk van de instel-
ling voor Quantize (quantizering).
3 Cursor
U kunt een MIDI-event op de cursorpositie invoeren. U kunt
ook een bestaand event bewerken of wissen door de cursor
naar een stippositie te verplaatsen.
4 Empty (leeg)
Dit wordt in plaats van het MIDI-event getoond om aan te ge-
ven dat er zich geen data op de huidige positie bevindt.
2.
Verplaats de cursor naar een positie waar u een MIDI-
event wilt invoeren, of waar zich een MIDI-event bevindt
dat u wilt bewerken. U kunt de cursor op elke van de vol-
gende manieren verplaatsen:
• Meest linkse knop: Verplaatst de cursor in de aangegeven
resolutie (kortste nootlengte).
• Vooruitspoelknop: Verplaatst de cursor naar het begin
van de volgende maat.
• Terugspoelknop: Verplaatst de cursor naar het begin van
de voorgaande maat.
• Terugzetknop: Verplaatst de cursor naar het begin van de
tijdlijn (song).
n
Als u de cursor verplaatst naar een positie waar zich meerder MIDI-
OPM.
events bevinden, zal draaien aan de knop beurtelings elk event laten
zien. In dit geval wordt de cursor niet naar de volgende positie
verplaatst totdat het laatste event op de huidige positie is bereikt.
2
63
3.
Voer in, voeg toe, verander of wis MIDI-events, indien no-
dig (zie hieronder).
4.
Druk nogmaals op de start/stop-knop om het opnemen te
beëindigen.
Een MIDI-event invoeren of toevoegen
Druk op de knop RHYTHM/INSERT. Één van de MIDI-
eventopties zal op de huidige cursorpositie knipperen. Voer het
gewenste event in en raadpleeg daarvoor het gedeelte
'Beschikbare MIDI-events bij stapsgewijze opname', op blz. 64.
M001-01-16|----|----|----|----|----|----
Ch=10
NoteOn
1
n
Gebruik een song job-functie (blz. 70) als u een nieuwe maatsoort
OPM.
(beat) in wilt stellen.
Geef een MIDI-kanaal (1 t/m 16) 1, eventtype en andere
parameters 2 voor het de MIDI-event aan dat wordt
ingevoerd, met de corresponderende knop. Als u op de knop
ENTER/YES drukt, om het event te bepalen, wordt deze
toegevoegd op de huidige cursorpositie en aangegeven als een
stip (•) in de tijdlijn.
Een MIDI-event veranderen of wissen
Om de parameterwaarde van een bestaand event te veranderen:
Verplaats de cursor om het doelevent weer te geven. Wijzig de
waarde met de corresponderende knop. Als de waarde in de
display knippert, drukt u op de knop ENTER/YES om deze
daadwerkelijk in te voeren (de waarde blijft aan).
Om een bestaand event te wissen:
Verplaats de cursor om het doelevent weer te geven. Druk op
de knop BASS/DELETE om het te wissen.
n
U kunt het eventtype van bestaande data niet in een ander type ver-
OPM.
anderen. In plaats daarvan kunt u deze gewoon wissen en het
gewenste event als een nieuw event invoeren.
ff
C#4
2