Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Yamaha DTXTREME IIS Gebruikershandleiding pagina 34

Inhoudsopgave

Advertenties

1
Stuur triggersignalen naar de DTXTREME IIs door op de drumpads (of drums waaraan triggerpickups zijn bevestigd) te slaan,
die zijn aangesloten op de triggeringangsaansluitingen 1 t/m 16 en de aansluitingen HI-HAT CONTROL en FOOT SW.
2
Stel elke triggeringang goed in zodat de DTXTREME IIs de triggersignalen kan ontvangen, en wijs ook bepaalde functie aan
elke triggeringang toe. U kunt songs (padsong) of nootnummers anders dan die van MIDI-kanaal 10 (ritme- en drumpart)
toewijzen voor een verscheidenheid aan speelmogelijkheden.
3
Wijs een drumvoice toe aan elk nootnummer van MIDI-kanaal 10 (ritme- en drumpart) zodat u kunt een drumvoice kunt
bespelen door op een drumpad te slaan. U kunt ook aangeven hoe elke drumvoice in de kit zal klinken (volume, pan, enz.).
Desgewenst kunt u de MIDI-instellingen voor andere parts activeren als u de drumkit kiest.
4
Stel systeemeffecten in die op de volledige drumkit worden toegepast, en insertie-effecten die op bepaalde drumvoices worden toegepast.
Stuur drum- en andere klanken als audiosignalen, overeenkomstig de bovenstaande instellingen 2 t/m 4 naar buiten.
5
De combinatie van de bovenstaande instellingen 2 t/m 4 wordt een drumkit genoemd — net als op het paneel staat aangegeven,
waar de drie knoppen TRIGGER, VOICE en EFFECT worden omlijnd als DRUMKIT. Als u op één van deze knoppen drukt,
kunt u dat gedeelte van de huidige drumkit bewerken. Uw drumkits kunnen worden opgeslagen in tot 40 userkits (U1 t/m U40)
in het geheugen van de DTXTREME IIs, of in de tot 99 userkits (C1 t/m C99) op een externe geheugenkaart.
34

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave