n
Bij de modus withpad is het niet nodig om een echt open rimshot te
OPM.
bespelen (tegelijk op de padrim en de slagplaat slaan). U kunt zowel
het pad- als het rimgeluid bespelen door alleen op de rim te slaan.
3 TrgAltG
Geef het triggeralternatiegroepnummer aan waartoe de doelingang 1 be-
hoort. Als er meerdere triggeringangen zijn gegroepeerd waaraan hetzelfde
nummer is toegewezen, kan slechts één ingang van die groep per keer gebruikt
worden. Daardoor zal het slaan op een pad van die groep ervoor zorgen dat
noten die door andere pads in dezelfde groep zijn getriggerd, worden ge-
dempt. Dit is handig om te voorkomen dat er onnodig noten gestapeld worden.
❏ Instellingen: off (niet gegroepeerd, standaard), 1~32
n
Deze functie werkt in samenwerking met de instelling RvKeyOff
OPM.
(blz. 52) bij een drumvoice die aan de triggeringang is gekoppeld (via
MIDI-nootnummer). Als een triggeringang via een triggeralternatie-
groep wordt geactiveerd, zullen andere triggeringangen van dezelfde
groep een MIDI-noot-uitevent voor het corresponderende MIDI-
nootnummer genereren. Dit noot-uitevent wordt vervolgens naar de
interne toongenerator gestuurd en wordt gebruikt om de drumvoice
te dempen die aan dat MIDI-nootnummer is toegewezen. Als deze
voice is ingesteld om het noot-uit-event te ontvangen (RvKeyOff=
on), kunt u zijn geluid succesvol dempen via de triggeralternatie-
groepinstelling. Anders (RvKeyOff=off) kunt u het niet dempen,
zelfs niet als het noot-uitevent wordt gegenereerd en naar de toon-
generator wordt gestuurd.
4 RimVel
Deze parameter is alleen beschikbaar als er een rim (1R1 t/m
8R2) voor de doelingang 1 is geselecteerd, en deze bepaalt
hoe de rimaanslag wordt uitgevoerd. De omzetting 'Trigger-
niveau naar aanslag' (blz. 37) voor doelingang 1 wordt toege-
past op alle andere instellingen dan de instellingen 'fix' (vast).
❏ Instellingen:
•
mute hi: Voert een aanslagwaarde uit overeenkomstig hoe hard
u op de rim slaat. Als u met een kracht onder een bepaald
niveau (hold) op de rim slaat, wordt de aanslagwaarde nul uitge-
voerd waardoor het geluid wordt gedempt. Selecteer dit als u
een bekkenpad op doelingang 1 aansluit.
•
mute lo: Gelijk aan mute hi, maar de dempgevoeligheid is
verlaagd. Als het moeilijk is het dempeffect bij mute hi te krij-
gen, selecteer dan deze instelling.
•
variable: Voert een aanslagwaarde uit overeenkomstig hoe hard
u op de rim slaat. Selecteer dit als u een drumpad op doelingang
1 aansluit.
•
fix1 ~fix127: Voert een vaste aanslagwaarde uit, ongeacht hoe
hard u op de pad slaat. U kunt echter het dempeffect niet
gebruiken bij één van deze vaste waarden.
n
Als u een pad met een echt slagvel van de RHP-serie aansluit en
OPM.
1
instelt op doelingang
, wordt mute hi of mute lo voor rimaanslag
4
tussen haakjes aangegeven. Dit betekent dat de triggeringang en
het padtype niet overeenkomen, waardoor het dempeffect wordt
uitgeschakeld.
[TrgMIDI2] Note On Event (noot-aan-event)
Nadat u heeft aangegeven hoe het triggersignaal wordt omgezet
naar een aanslagwaarde (blz. 38), en hoe er een getriggerd geluid
wordt geproduceerd (blz. 40), gaat u nu naar deze pagina en geeft
hij de noot voor dat geluid aan met zijn toonhoogte en lengte
(nootnummer en doorlaattijd), alsook de MIDI-kanaaltoewijzing.
Dit bepaalt een specifiek MIDI-noot-aan-event (bestaande uit het
kanaal, het nootnummer en de aanslag) dat wordt uitgevoerd als u
op een pad slaat. Nogmaals, in deze pagina kunt u tot negen noten
aangeven (waaronder de basisnoot voor een drumvoice) overeen-
komstig de aangegeven modus Key On (toets aan), tot twee noten
voor rims, en een optionele noot voor demping, via nootnummer,
doorlaattijd en MIDI-kanaal.
[TrgMIDI2] Note
Input=16
4th
1
2
1 Input=
Selecteer een doeltriggeringang (1 t/m 16).
2 Note (noot)
Selecteer een doelnoot (1e t/m 9e voor een alternate-modus,
1e t/m 6e voor de stackmodus), rimnoten (rim1, rim2) of een
dempnoot.
Als triggeringang 1 voor hihats (blz. 45) wordt geselecteerd,
blijven er vijf noten beschikbaar voor hihats in plaats van de 1e
t/m de 9e noten:
• open: Voor een open hihatgeluid door op de pad te slaan.
• clse: Voor een gesloten hihatgeluid door op de pad te slaan.
• fcls: Voor een met de voet gesloten hihatgeluid.
• spls: Voor een door de voet veroorzaakt hihatgeluid.
• clsRim: Voor een rimgeluid veroorzaakt door op de pad te
slaan terwijl het hihatpedaal ingedrukt is.
• opRim1: Voor een rim1-geluid veroorzaakt door op de pad
te slaan terwijl het hihatpedaal wordt losgelaten.
• opRim2: Voor een rim2-geluid veroorzaakt door op de pad
te slaan terwijl het hihatpedaal wordt losgelaten.
n
De dempnootinstelling is een krachtige speelfunctie waardoor u het
OPM.
geluid, dat door de pad wordt bespeeld, kunt dempen door gewoon
op de rand of rim te slaan of deze aan te raken. Bovendien geeft het
u ook de mogelijkheid een tweede geluid te bespelen. U zou bijvoor-
beeld een 'cymbal-choke' kunnen spelen door de rand van een
bekkenpad vast te pakken — en tegelijkertijd een achterwaarts
bekkengeluid of ander geluid af te spelen.
41
Note# GateTime Channel
*88 E5
0.3s
10
3
4
5